Woord vandaag

‘Er bestaat in het evangelie van de Besnijdenis verschil tussen
Israël en de volkeren?’

Daarin juist wel ja, het evangelie van het koninkrijk is een vast en
zeer belangrijk onderdeel van het evangelie van de Besnijdenis.
Dat blijkt onder andere uit Mattheüs 19:28 waar de twaalf de belofte
wordt gegeven dat zij de twaalf stammen zullen richten in de weder-
geboorte, als Israël geestelijk vernieuwd is onder het nieuwe verbond.

‘Dat lijkt zich af te spelen in de komende 1000 jaar. Maar daarna ook?’

In de 1000 jaar zal Israël leiding geven aan de volkeren, Israël is het
koninklijke priestervolk, zoals Petrus aan zijn volksgenoten in de dia-
spora (verstrooiing) schrijft (1 Petrus 2:9,10):

Jullie echter zijn een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap,
een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom, om de grote daden te
verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn won-
derbaar licht: jullie, eens niet zijn volk, nu echter Gods volk, eens zonder
ontferming, nu in zijn ontferming aangenomen.

‘Dat is in feite een weergave van Exodus 19:5 en Hosea 1:10 en 2:22!’

Ja, en daarom kán dat niet anders dan op het volk Israël zelf betrekking heb-
ben. En verder zien we de lijn van Mattheüs 19:28 in Openbaring 21:12 terug:

En zij had een grote en hoge muur en zij had twaalf poorten en op de poorten
twaalf engelen, en namen op (de poorten) geschreven, welke zijn die van de
twaalf stammen van de kinderen van Israël.

Hier dus opnieuw de twaalf stammen die zeer nauw verbonden zijn met het
nieuwe Jeruzalem. Op de nieuwe aarde zien we ook volkeren:

En de volken zullen bij haar licht wandelen en de koningen der aarde brengen
hun heerlijkheid in haar; en haar poorten zullen nooit gesloten worden des
daags, want daar zal geen nacht zijn; en de heerlijkheid en de eer van
de volken
zullen in haar gebracht worden.
Openbaring 21:24-26

‘Het punt is duidelijk ja, er is zowel in de tijd van de 1000 jaren als op de nieuwe
aarde verschil tussen Israël en de volkeren, waarbij de volken onderschikkend
aan Israël zullen zijn.’

Let ook op de muur die rond de stad is. Dat duidt op afstand en afscheiding. Er is
nog geen volkomen verzoening. Dat gebeurt pas als God alles in allen wordt wan-
neer de tweede dood beëindigd wordt. Dan zullen de muren verdwijnen, dat is
een logisch gevolg, hoewel daarover geen uitspraak in de Schrift bestaat.

Opmerkelijk

‘Dat  op de apostolische vaders de brief aan de Romeinen invloed
heeft gehad, blijkt maar zeer zelden, misschien een enkel spoor
daarvan’…..

..’van invloed bijvoorbeeld van de grondgedachte van Romeinen
op de dogmatische ontwikkeling van de Griekse en Latijnse kerk
van de eerste eeuwen is niets te bespeuren‘.

Citaten uit de inleiding van de Korte Verklaring op Romeinen van
prof. J.A.C. van Leeuwen in ‘De komende reformatie van de eind-
tijd’ van drs. A. Keizer, 1996, blz.30.

Woord vandaag

‘Wel duidelijk, denk ik, dat van gisteren over de bruid. De Schrift
spreekt toch wel heel duidelijk, als je de lijnen volgt.’

De Heer sprak met Nikodemus over het aardse (wedergeboorte e.d.), maar
kon dus beslist niet over het hemelse spreken:

Indien Ik jullie van het aardse gesproken heb, zonder dat jullie geloven,
hoe zullen jullie geloven, wanneer Ik jullie van het hemelse spreek?
Johannes 3:12

‘Eigenlijk opmerkelijk, hoe weinig de Heer kwijt kon aan nota bene de
leraar van Israël. Het ontbrak hem aan geestelijk inzicht.’

Israël was het volk, dat op aarde zegen was beloofd. Aardse zegeningen,
met ook geestelijke zegen, zoals de ontvangst van de geest van God onder
het nieuwe verbond, de sjaloom van de Messias in het koninkrijk en zo
voorts. Zij zullen daar zonen van de Allerhoogste, van Jahweh, zijn.

‘En het lichaam van Christus ontvangt juist wel geestelijke zegen, en dan
niet op aarde?’

Dat is wat Paulus schrijft in Efeziërs 1:3 :

Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons
zegent met iedere geestelijke zegen te midden van de hemelingen, in Christus

We zien hieruit heel duidelijk, dat aan de heiligen en gelovigen in Christus
Jezus (Efeziërs 1:1) er uitsluitend geestelijke zegen gegeven is. Waar?
Te midden van de hemelingen. Dát is het gebied voor het lichaam van Christus.

Paulus gaf dat in 1 Corinthiërs 15:40 ook al aan:

Er zijn hemelse en aardse lichamen, maar de glans der hemelse is anders dan
die der aardse.

Ook hier gaat het om de tegenstelling tussen (op-)aards en (op-)hemels. Het ge-
weldige is, dat wij een (op-)hemels lichaam zullen ontvangen als de bazuin gaat!
Dan worden we aangepast aan het gebied waar we straks zullen zijn!
Wat een toekomst!

Woord vandaag

‘Paulus brengt duidelijkheid. Spreekt hij over de bruid?’

Nee. Nergens. Men wil het hem graag in de sandalen schuiven, maar
hij heeft het echt nooit over de bruid. De gemeente is nu eenmaal het
lichaam van Christus. Dat blijkt uit zijn brieven klip en klaar. Geen
twijfel mogelijk. En hoeveel teksten wil je hebben?

‘Ja, oke, het is duidelijk, maar men haalt vaak Efeziërs 5:22-33 erbij
en men stelt dan dat Paulus het daar wel bedoelt.’

Het woord ‘bruid’ is in dat gedeelte in de verste verte niet te bekennen.
Waar het wel over gaat, is de relatie tussen Christus en de gemeente.
Paulus heeft het dan over het huwelijksleven (en dan is er geen bruid
meer) van man en vrouw. Wat ik wel tegenkom, is het woord ‘lichaam’
in vers 23, 28,30. Dat drukt een véél nauwere verbondenheid uit dan
bruidegom en bruid! Christus ziet de gemeente als Zijn lichaam!

‘Als je dat gedeelte zo leest, kom je nooit zomaar tot de gedachte dat
de gemeente de bruid zou zijn. Als je de tekst volgt is het duidelijk.’

Daarbij wil men 2 Corinthiërs 11:2 ook nog weleens gebruiken als
bewijs. Maar ook daar gebruikt de apostel het woord ‘bruid’ niet. Het
gaat daar om een vergelijking, een stijlfiguur (zoals ‘lichaam’ en ‘bruid’
ook stijlfiguren zijn!), een beeldspraak. De uitdrukking ‘reine maagd’
wil de zuiverheid van de toewijding aan Christus Jezus van de
Corinthiërs (zie 2 Corinthiërs 11:3 : eenvoudige toewijding) uitdrukken.

‘Ja, en meer is er eigenlijk niet. Verder weet ik ook geen teksten bij Paulus
die men hanteert om te denken dat de gemeente de bruid zou zijn.’

Voor nog wat meer informatie kun je kijken bij de Woordstudies op
da-ath.nl. Daar staat iets over het ene lichaam.
God roept de gemeente, het lichaam van Christus, in genade en dat is
van meet af aan nooit de bruid, maar het lichaam van Christus:

Dit geheimenis is groot, doch ik spreek met het oog op Christus en
de gemeente
Efeziërs 5:32