Woord vandaag

‘Fijn om van genade te leven.’

Dat doen we allemaal als leden van het
lichaam van Christus. Velen zijn zich dat
helaas onvoldoende bewust. De studies
in Galaten hebben duidelijk laten zien
waarin we leven: Gods genade.

‘Velen leven onder de wet.’

Dat was in Paulus’ dagen in toenemen-
de mate het geval. De gemeentes in
Asia verlieten hem. Hij was niet langer
welkom daar waar hij zelf gemeentes
had opgebouwd.

‘Een belangrijk punt was de wet?’

In elk geval wetticisme. De Thora op
zich is heilig, rechtvaardig en goed.
De Thora is geestelijk (Romeinen 7:14).
Paulus laat in zijn brieven zien hoe dat
zit. Vrucht van de geest in de gelovige,
dáár gaat het om!

Woord vandaag

‘Alles is uit Hem, genade.’

We kunnen nooit meer zonder. Dat
besef, uit Gods genade te leven. Het
stemt dankbaar. Het Griekse woord
voor genade, daar hebben de woor-
den dankbaarheid en danken mee
te maken.

‘We hebben geen verdienste.’

Ons hele leven als gelovige geldt dat
principe. Wanneer het eigen werken
zou betreffen: dan is het geen genade
meer. En andersom: als het genade is,
is het geen werk van jezelf.

‘Lijkt eenvoudig, maar gaat diep.’

Israël wilde het met eigen inspan-
ningen doen. Ging niet. Toen brak
het tegenwoordige beheer van ge-
nade
aan. Alle pogingen om op een

andere manier dan in en uit genade
te leven
, persoonlijk of als plaatselij-

ke groep; ze zullen mislukken. Want
die ontkennen in de praktijk het leef-
klimaat
van elke gelovige.

Gods genade regeert.
Dié zit op de troon.

Woord vandaag

‘Ja God opent harten.’

Naar Zijn voornemen doet Hij dat. Van
vóór de neerwerping van de wereld.
We zijn door Hem uitgekozen, uit al die
mensen. Daarin ben je van God afhanke-
lijk. Zoveel (tevoren) bestemd waren tot
eonisch leven (leven in de komende tijd-
perken), geloofden. Handelingen 13:48.

‘Dat was Gods wil.’

Ja, God heeft geen wensen waarvan Hij
moet afwachten of die tot stand komen.
Nee.
Hij wil, dat alle mensen gered worden en
tot erkenning van de waarheid komen.
Niets minder dan dat. Alles op Zijn tijd.
In deze tijd van genade de gemeente,
dan Israël. Uiteindelijk óók de volkeren.

‘Gods toekomst staat vast.’

Het ligt vast besloten in Zijn wil.
Men gaat in tegen Zijn wil, maar men
kan nooit ingaan tegen de raad van Zijn
wil
(Efeziërs 1:11). Wanneer het dus in

overeenstemming met de raad van Zijn
wil is, dat de leden van het lichaam van
Christus nu moeten komen, dan is daar
niets tegen te doen. God roept uit.

Woord vandaag

‘Grote toekomst wacht ons.’

Het gaat om heel die schepping. Niets min-
der is het doel van Gods plan. In deze tijd
komen slechts enkelingen (in verhouding)
tot geloof. In 2 Thessalonicenzen 3:2 staat,
dat het geloof nu niet deel van allen is.

‘God geeft het wanneer Hij wil.’

Toch zou de gemeente het woord waar
mogelijk uitdragen, bekendmaken. Niet om
grote aantallen tot ommekeer te brengen.
De verkondiging zelf zou tot eer van God
zijn. De heerlijkheid van Zijn woord.

‘Degenen die horen gaan geloven?’

Dat is geen automatisme. Geloof komt al-
leen door horen, dat is wat Zijn woord zelf
zegt. Een overvloed aan heel fijn luisterma-
teriaal is aanwezig. Ook veel leesmateriaal,
wanneer een horend hart geopend wordt,
komt vaste overtuiging, door Vader gege-
ven. Denk aan Lydia de purperverkoopster
in Handelingen 16:14

en de Heer opende haar hart, zodat zij
acht sloeg op wat Paulus sprak

Woord vandaag

‘Vader werkt vanaf je begin aan je?’

Volgens Psalm 139 wel. In elk geval gold
dat voor onze Heer. Maar ook voor ons, en
Hij kent je. In feite kent Hij al die miljarden
mensen ook. Voor ons is dat niet te bevat-
ten, Vader werkt in al die levens.

‘Hij zal hun duisternis opheffen.’

Dat kan niet anders, want God is licht, 
in Hem is helemaal geen duisternis. De
mens leert via de grote, witte troon God
en Zijn Zoon kennen. Die zal in de levend-
making aan het einde van de eonen veel
van Gods geest ontvangen.

‘Dus ook het licht van God.’

Voor de mens een onthulling die intense
vreugde in het hart zal brengen. En die zal
nooit weggaan of verminderen. God heeft
uiteindelijk Zijn plan voltooid.
Iedereen is dan:
levendgemaakt (1 Corinthiërs
15:22),
rechtvaardig verklaard (Romeinen
5:18), en
verzoend met God (Kolossenzen 
1:20).
Wat een toekomst!