Op 28 februari 2020 werd de studieserie Typologie
van de Tabernakel voortgezet. De tafel van de toon-
broden werd in wat verdere aspecten besproken.
Naluisteren: deel A en deel B
Woord vandaag
28 februari 2020
‘We zijn rijk gezegend.’
Voor zo’n grote God en Vader is het
fijn om te leven. Velen leven met een
dreiging vanuit God in gedachten. En
hoe anders is wat in de Schriften ons
getoond wordt. Zoals de toonbroden
in de tabernakel voor Jahweh geden-
ken was, zo worden wij in Zijn woord
herinnerd aan Wie Vader is. De naam
Zacharia is: Jah herinnert of gedenkt.
Dat lees je ook in zijn profetie.
‘Vanavond gaat het daarover?’
Jawel, in de studie te Soest draait het
helemaal om de tafel van de toonbro-
den. Daar valt best het nodige over te
melden. Alles van goud in de tent van
het getuigenis. Boeiende typologie, en
het spreekt alles van onze Heer Jezus
Christus, Die het beeld van de Vader is.
Bij Kolossenzen hebben we daar laatst
langer bij stilgestaan. De Zoon toont
de Vader. Gods heerlijkheid is dat.
‘Boeiend, meer geestelijke waarheid.’
Paulus zegt, dat Tenach (OT) vol met
typen en beelden staat. De rots die
met Israël meeging was: de Christus,
staat in 1 Corinthiërs 10. En hij merkt
daarbij op, dat al deze dingen ons tot
typen of voorbeelden geschreven zijn.
Ook Hebreeën: de wet, hebbende de
schaduw van toekomende dingen. De
sabbat, toonbroden, ark van het ver-
bond, de bloeiende staf van Aäron, al-
les is vol van Christus.
Woord vandaag
27 februari 2020
‘Zijn ootmoedigheid als voorbeeld.’
Ja, daar eindigden we gisteren mee,
Zijn houding is onderschikking. Dat is
voor ons het voorbeeld om na te vol-
gen. Daar is geen krampachtigheid in
aanwezig; omdat we weten dat geen
enkele veroordeling mogelijk is. Wij
leven in genade en daarom strekken
we ons uit om tot Zijn eer te leven.
Zo deed Hij ook. Hij leefde om Vader
te verheerlijken.
‘Jezelf aan Hem geven.’
We stellen als vanzelf ons lichaam in
Zijn dienst. Hoewel dat lichaam niet
levend voor Hem is, wordt het door
Zijn geest in ons toch gebruikt. In de
dienst aan Hem, je lichaam stellen.
Het wordt dan een levend, heilig en
God welgevallig offer. Dat houdt ook
je denken in, want in vers 2 van Ro-
meinen 12 staat dat je denkzintuig
(je denken) vernieuwd wordt.
‘Het doel van het evangelie.’
Eén van de doelen, ja. Hoofdzakelijk
gaat het erom, dat in het evangelie
God en Christus verheerlijkt worden.
En de zondaar vindt door dat heerlij-
ke het is volbracht redding. Dat is de
uitwerking ervan. Wanneer dat goe-
de nieuws tot je doordringt, vult het
je hart met vreugde en wil je niet an-
ders dan Hem dienen. In ootmoedig-
heid en blijdschap. Dank U wel.
Woord vandaag
26 februari 2020
‘Genade maakte Paulus niet lui.’
Dat is wat de meesten denken als ze
horen wat Gods genade werkelijk be-
tekent. Dat het mensen lui maakt. En
in feite is dat ook de reactie op evan-
gelie van verzoening van allen. Als ze
kijken naar het leven van Paulus, na
de ommekeer, dan komen bij iets an-
ders terecht. Gisteren was dat de af-
sluiter: Paulus had onvermoeibaar ge-
arbeid, meer dan andere apostelen.
‘De redding van allen is geweldig.’
Het weten van deze bijbelse waarheid
maakt je als gelovige niet gemakzuch-
tig. Dat is het vleselijk gerichte denken
van mensen, dat veronderstelt: gena-
de voor allen? Dat doet ontsporen en
mensen de weg van het vlees kiezen.
Dat is bij Paulus en vele anderen echt
niet het geval geweest. De liefde van
God veranderde velen in hartstochte-
lijke verspreiders van dat echt goede
nieuws: God redt allen!
‘Die God is de ware.’
Dat Hij Zijn eigen Zoon gaf tot redding
van de hele wereld, alle mensen, laat
zien wat in het hart van Vader is. Ook
de liefde van Christus blijkt in het Zich-
zelf volkomen opofferen, tot eer van
de Vader en de redding van allen. Het
grote Voorbeeld van ootmoedigheid,
van onderschikking, is Hij. Paulus wijst
aan om Hem na te volgen, Christus Je-
zus, in Zijn innerlijke houding.
Woord vandaag
25 februari 2020
‘Paulus navolgen.’
Dat is wat hij zegt in diverse brieven.
‘Weest mijn navolgers’ zegt hij dan.
Hoe leefde hij dan? In besef dat het al
niet hij, maar zijn Heer ertoee deed.
Daarover schrijft hij:
want ik ben de minste van de aposte-
len, die niet toereikend is om apostel
te worden genoemd, omdat ik wel de
gemeente van God vervolgde
1 Corinthiërs 15:9
‘Hij stond er niet zo best voor.’
Vanuit God gezien niet, nee. Hij dacht
dat hij vanuit God gezien het erg goed
deed. Hij was zelfs bezig de gelovigen
van de -in zijn ogen- verkeerde weg te
vervolgen. Uit ijver voor God en de tra-
dities van zijn vaders. Op weg naar Da-
mascus kwam hij tot het besef, dat zijn
ijver leidde tot vervolgen van Jezus Zelf.
Was dat een verhindering om gered te
worden? Integendeel.
‘Overstromende genade.’
Hoe genadig God is, bleek toen Jezus
hem riep. Dat leidde niet tot een lui le-
ventje bij Saulus, die later apostel Pau-
lus werd. Geen spoor van niks doen:
maar in de genade van God ben ik wat
ik ben, en Zijn genade die in mij is, was
niet tevergeefs, maar ik spande mij in,
meer dan zij allen; maar niet ik, maar
de genade van God die met mij is
1 Corinthiërs 15:10