‘Zo zijn er veel typen van de Heer.’
De Heer toonde aan de Emmaüsgangers al wat in de Schriften
op Hem betrekking had. Paulus toonde later steeds weer tot
de Joodse mensen aan, uit de Schriften, dat Jezus de Messias
is. Daarin zal hij ongetwijfeld hebben gewezen op beelden,
en mensen als Noach en Jozef.
‘We zijn gezegend wanneer we deze dingen mogen horen.’
En Gods plannen met de schepping mogen kennen. Ook dat
zit in de geschiedenis van Noach. Het oude, de oude mens-
heid verdween in feite en maakte plaats voor een nieuwere.
Dat is typologisch een heenwijzing naar het definitief te niet
doen van de oude mensheid aan het kruis. Waarna op de der-
de dag de nieuwe in Hem begon.
‘In Hem zijn wij daar al bij.’
Paulus schrijft dat ook in 2 Corinthiërs 5:14-21. Het oude is
voorbij, zie! het is alles nieuw geworden. Wij zijn –geestelijk
gezien- in Hem een nieuwe schepping. Als gevolg daarvan,
praktisch gezien, kennen wij elkaar niet meer naar het vlees.
Zelfs wanneer wij Christus naar het vlees kenden, thans niet
langer. Wij mogen Hem zien en erkennen als de hemelse Heer,
zittend aan Gods rechterhand, vol heerlijkheid en macht!