12 juli 2018
‘Geloof van Christus.’
We zijn enorm bevoorrecht. We mogen
iets verstaan van het evangelie van de
genade van Christus. In Romeinen 3:25
komt dat ook naar voren. Zijn eigen ge-
liefde Zoon werd door Vader als deksel
van bescherming voorgesteld. En dat
was om:
Zijn rechtvaardigheid te tonen vanwe-
ge het laten gaan van de zonden die te-
voren gebeurd zijn onder de verdraag-
zaamheid van God
Romeinen 3:25
De zonden die gedaan zijn waren niet
weg. Dit was te zien in de tabernakel-
en tempeldienst. Offers van dieren, ze
werden steeds opnieuw gebracht.
‘Voor nieuwe zonden nieuwe offers.’
Hebreeën 10:1-14 getuigt er ook van.
Toen de Heer Zelf het Offer was, werd
het zonde-‘probleem’ voor God defini-
tief opgelost. Eens en voor altijd. Dit
grote Offer moest gebracht, omdat
de vroegere zonden nog niet weg wa-
ren. God is rechtvaardig, en Hij is lief-
de. Daarom moest de Zoon tot zonde
(zondoffer) gemaakt worden.
Dáárdoor werd de zonde weggedaan.
‘God zij dank definitief.’
Op grond daarvan schenkt God nu, in
onze tijd, overstromende genade. Ja,
we lezen het ook in Romeinen 6:10:
want wat Zijn sterven betreft, is Hij
eens voor altijd voor de zonde gestor-
ven; en wat Zijn leven betreft, leeft Hij
voor God
Dít evangelie, het is zó de waarheid.
Daar zouden wij mee rekenen; in fei-
te geldt dit ook voor ons. Wij zijn ge-
zamenlijk met Christus gestorven en
daarmee dood voor de zonde. En: le-
vend voor God in Christus Jezus, on-
ze Heer.