10 juni 2018
‘Evangelie geeft troost.’
En biedt uitzicht op de redding van al-
le mensen. Deze redding is in genade;
daarom geen verhinderingen om wie
het ook maar is te redden. Gisteren za-
gen we in het leven van Saulus, dat hij,
de ergste zondaar (1 Timotheüs 1:15,
16), in overstromende genade geroe-
pen, gered werd. De verheerlijkte Heer
schenkt mateloos veel.
‘Ongelovige vrienden ook gered.’
Natuurlijk is het verdrietig, als mensen
in ongeloof sterven. Vrienden, familie-
leden, je kind(eren); als ze ongelovig
blijken te zijn. Je merkt, dat wat je ook
zegt over wat je gelooft, God, Jezus de
Zoon, de genade; het lijkt het ene oor
in en het andere uit te gaan. Je woor-
den treffen geen doel. Je bidt elke dag
voor ze dat de ogen geopend worden;
het lijkt niet te helpen.
‘God roept uit.’
In deze tijd van genade bestaat geen
enkele voorwaarde voor de mens. God
roept uit, het geloof is niet van allen.
God is de Redder van alle mensen, dat
staat vast en zal in de toekomst blijken.
Degenen die niet tot het unieke lichaam
van Christus geroepen worden, zullen la-
ter tot Hem komen. Dat stemt overeen
met Zijn uitkiezen, dat gericht is op de
redding van alle anderen.