Woord vandaag

‘Ja we zijn weer bezig met die geweldige genade.’

Steeds eraan herinneren. Dat is nodig. Voor je het weet zit er weer
zuurdeeg in het deeg. We zagen gisteren hoe allerlei menselijke
‘soevereiniteiten en gevolmachtigden’ via het opleggen van regels
en dergelijke proberen de gelovigen in gebondenheid aan henzelf
te brengen. Dit werkt vernietigend als het gaat om onze volmaakt-
heid (compleet zijn) in Christus. Hij heeft ze aan Zijn kruis genageld
(Kolossenzen 2:14)! Ze zijn vijandig tegen ons.

‘Ja, zo bekeken is het heel ernstig wat gebeurt.’

Ze proberen ons in gebondenheid en slavernij te brengen, nadat
Christus ons bevrijdde. In Hem hebben wij totaal geen regels en re-
guleringen van mensen nodig. Dit is een heel specifiek voorbeeld
(in Kolossenzen 2:14) van wat vijandig is tegen onze vrede en geluk.
Dit houdt meer in, we kunnen het breder toepassen:

Alles wat vijandig staat tegenover het tentoonspreiden van Gods
genade werd aan het kruis genageld
.

‘Zo. Heel goed om dat tot je te laten doordringen.’

Hoewel de offers en rituelen van de wet van Mozes tijdens het komen-
de aardse koninkrijk in acht genomen zullen worden, zullen zij 
niet
voor altijd blijven. Dit geldt zelfs voor de bevoorrechte positie 
van
Israël ten opzichte van de natiën in de komende eonen. Wij heb
ben
moeite met deze dingen omdat we met het aspect tijd zitten.

Bijvoorbeeld: de inzettingen van Jakobus werden als vijandige dingen
aan het kruis genageld. Maar zij werden wel ná het kruis gegeven! En
hoe kan er sprake zijn van de tempelrituelen uit Ezechiël 40-48 in de
1000 jaar, als we óók geloven dat het kruis het einde ervan markeert?
Daar zullen we morgen verder naar kijken!   

Woord vandaag

‘Het is heel wat, toen in de tijd van de apostelen. Toen stond het direct
al op scherp.’

Zeker. Er waren toen ook al hele felle discussies over rituelen, genade
en de wet. Alles wat toen fel omstreden werd vanuit het vlees, wordt
vandaag de dag nog net zo fel bediscussieerd. Als het gaat om de relatie
tussen Israël en de natiën, dan zien we dat het volk alle rechten
ver-
speeld had toen zij de Heer van de heerlijkheid kruisigden. Nochtans

worden zij vergeven en zullen onder het nieuwe verbond over de vol-
keren regeren in het koninkrijk van de hemelen.

‘Ook dat is weer genade. Dat zij toch op die plaats komen.’

We zien in Handelingen dat zij als volk hoe langer hoe meer afvallig
worden. Jakobus –zelf geen apostel- krijgt meer de overhand. Zij
hadden geen enkele aanspraak op een positie waarin zij inzettingen
op de gelovigen uit de natiën konden opleggen. Behalve als we dat
zien als een voorsmaak van het aardse koninkrijk.
Het christendom heeft niet veel aandacht geschonken aan de inzet-
tingen die door Jakobus in Handelingen 15:19,20 opgelegd werden.

‘Maar wat leren wij dan hieruit?’

Dit, wat Jakobus deed, werd daarna duizenden keren herhaald. In
talloze denominaties en organisaties worden allerlei regels, regule-
ringen, inzettingen opgelegd. Om zo het gedrag van de heiligen te re-
gelen en in te kaderen. De laatste tientallen jaren hoor je veel over
‘discipelschap’ en moeten de gelovigen zich aan allerlei regels gaan
houden, soms vermengd met wat uit de 10 woorden. Soms worden
ook gedeeltes –die men toepasbaar acht- uit de bergrede (Mattheüs
5-7) opgelegd. De mensen moeten dan goede discipelen zijn. Je ziet
het zuurdesem van wetticisme zich naar binnen werken en het ver-
zuurt alles. Laten wij leven uit, door en in genade van God! 

Woord vandaag

‘Heel bijzonder wat we besproken hebben. Wat werd nog meer aan
het kruis genageld?’

De inzettingen en instellingen die met de oude mensheid te maken
hadden, ontmoetten hun einde en verdoeming op Golgotha. De wet,
de geboden en rituelen, en de voorrechten van het volk Israël; ze
waren allemaal verbonden met de oude mensheid. Zoals die oude
mensheid definitief opzij gezet werd, zo werden ook die instellingen
daar achtergelaten. Ze zijn niet langer gewenst, niet langer nodig.

‘Nou, dat is nogal wat. En het is zo definitief.’

De enige keer dat echt in de Schrift iets wordt gezegd over genageld
zijn aan het kruis, gaat het om zulke inzettingen en geboden.
Het punt in Paulus’ dagen was, dat de Joden er niet alleen op ston-
den dat bekeerlingen besneden zouden worden en gedoopt. Zij wil-
den ze onder wet brengen. Hun pogingen om hen in slavernij onder
de wet van Mozes te brengen, mislukte.

‘Waarom mislukte dat dan?’

Paulus weerstond dat met volle energie in zijn prediking en vooral in
de brief aan de Galaten.
Vervolgens gingen zij (de Joden) hun eigen regels aan de gelovigen op-
leggen. Zij werden weliswaar niet onder het Mozaïsche systeem/ritu-
eel gebracht, maar onder de autoriteit van de apostelen van de besnij-
denis alsof zij in het Messiaanse koninkrijk op aarde zouden komen.
En dat terwijl zij een hemelse roeping en toekomst in de hemelen had-
den!    

Woord vandaag

‘Mooi van die schepping gisteren. Maar wat houdt het in als het om het
kruis gaat?’

Het universum werd in Hem en door Hem en naarbinnen Hem geschapen.
Dit zijn in feite grondwaarheden. De basis waarmee wij rekenen. Zo gaan
we zien, dat Hij als Redder niet ver van ons en de schepping af staat, maar
heel erg nauw betrokken is. Hij is de Eerstgeborene van heel de schepping,
en tegelijkertijd de Zoon van Zijn liefde. We zouden dat nooit vergeten.
De schepping zit dus altijd met innige liefdebanden aan God en Zijn Zoon
vast!

‘Eigenlijk heel indrukwekkend ja. We zijn ongelooflijk gezegend!’

Je zou Adam de verwekker van de mensheid kunnen noemen, in zekere
zin. Maar Christus, voor Hij mens werd, was degene die heel de schep-
ping heeft voortgebracht. Nadat deze eerst in Hem was geschapen door
God. Zoals Adam heel de mensheid neer deed zinken in onuitsprekelijke
ellende, zo zal Christus heel de mensheid ongelooflijke zegen en leven
schenken, door Zijn offer.

‘Ja, wat een evangelie! Goed nieuws, wij ontvangen onverdiend!’

Tijdens de eonen is dit alleen voor een uitgekozen deel van de mens-
heid bestemd. Zij worden gered door geloof. Dat laatste groep (verre-
weg de grootste) wordt pas levendgemaakt bij de voleinding, als God
alles in allen wordt. We zien, dat wij allen in Christus geschapen wer-
den. En toen Hij aan het kruis genageld werd, had dat gevolgen voor
ons allemaal. Wij werden met Hem gekruisigd. Het einde –in feite-
van de oude mensheid. Goed nieuws met Pasen, want toen Hij uit de
doden en uit de dood opgewekt werd, was daar in Hem heel de nieuwe
mensheid!

Woord vandaag

‘We zijn –met het kruis- volop bezig met evangelie!’

Toen Christus stierf, stierven met Hem alle nakomelingen van Adam
en 
Eva. Zij/wij werden allemaal met Hem meebegrepen in Zijn dood.
Dat 
wij met Hem stierven, is natuurlijk figuurlijk gesproken. Wij waren
er
niet bij, op Golgotha. Maar een stijlfiguur (beeldspraak) in Gods
woord 
brengt wel degelijk een werkelijke waarheid naar voren! God
rekende 
met Zijn eigen Zoon heel die oude mensheid mee. Dat was een
van de 
diepste redenen waarom Christus Jezus mens werd.

‘Hij stierf in plaats van ons? Plaatsvervangend?’

Nee. Dat zou namelijk betekenen, dat als heel de mensheid zelf zou
sterven, zij daarmee zelf hun verlossing tot stand zouden kunnen
brengen. Maar de werkelijke verlossing kon alleen plaatsvinden door-
dat de Zoon zelf mens werd en zo als de Zondeloze de zonde van de wereld
ten behoeve van of voor de mensheid –en heel de schepping-  zou dragen
en daarmee wegdoen. Het was niet plaatsvervangend.

God rekent inclusief.

Dat heeft te maken met iets anders dat in Kolossenzen gezegd wordt.

‘Even kijken, waar doel je nu op?’

Op Kolossenzen 1. Daar staat, dat Hij, de Zoon van Gods liefde, de Eerst-
geborene van heel de schepping
is (1:15). Dat zou onze aandacht hebben.

Die relatie van Eerstgeborene ten opzichte van heel de schepping wordt
daarna uitgewerkt in wat we lezen: in, door, naarbinnen en voor.
Hier 
gaat het om diverse kanten van Zijn relatie tot de schepping, even
afgezien 
van zonde of zondoffer. Het heelal is niet alleen Gods universum.
Het is 
een schepping die in, door en tot Hém, Christus, geschapen is!