‘We hebben toch weer bijzondere dingen gezien door het woord ‘levendmaken’
door te nemen.’
We zijn er nog niet. Het komt ook voor in Galaten 3:21, waar Paulus zegt, dat als
er een wet was die levend kon maken, dan zou de gerechtigheid werkelijk uit de
wet zijn. Maar onder het oude verbond (de wet van Mozes) was het onmogelijk
dat de mens leven kon verkrijgen. Het vlees was te zwak om eraan te kunnen vol-
doen. Daarom moest de Heer zelf komen om de Thora te vervullen. Daarna was
het niet meer nodig, want met Hem stierf heel de oude mensheid aan het kruis.
Dan heeft de wet van Mozes niets meer om op gelegd te worden.
‘Ja, dat is wel duidelijk zo. Zijn er nog meer Schriftplaatsen waar het voorkomt?’
De tekst in 1 Timotheüs 6:13 is ook opvallend:
“Ik beveel je voor het aangezicht van God, die het al levendmaakt, en van Jezus
Christus, die onder Pontius Pilatus de ideale belijdenis getuigd heeft…”
Daar staat toch wel iets. God, die het al levendmaakt. Dat houdt dus niet alleen
de mensheid in, maar ook de geestelijke wereld, oftewel de wereld van de gees-
ten. Die hebben kennelijk ook levendmaking nodig. Zoals de geest van de mens
ook levendgemaakt moet worden om blijvend leven te hebben. Dat kan alleen
van de geest van God komen, en God is geest. Dat is Zijn wezen, Hij is liefde en
Hij is licht.
‘Het is een opmerkelijk woord, dat ‘levendmaken’, we zien hieruit, dat het
wijst op het doen leven van de mens en de geesten?’
Bij de mens werkt het zich verder uit in onsterfelijkheid. Dat is ook een bijzonder
aspect, dat zich zal voltrekken in de toekomst aan de mensheid. Het zogeheten
‘levenselixer’ waar mensen zo naar op zoek zijn, is in feite een zoeken naar het
kunnen krijgen van leven dat nooit meer ophoudt. Onsterfelijkheid. Dat is wat
God gaat geven aan iedereen. Op Zijn tijd, voor de ekklesia die Zijn lichaam is
zal dat het eerst blijken. De leden van dat lichaam zullen dat het eerst onder-
vinden. Daarna zal het zich uitbreiden in de rest van de schepping!