Woord vandaag

‘Zeg, dat van gisteren wekte ook mijn interesse. Die 2520 jaar, is dat
een specifieke periode?’

Het kan zijn, dat dat de ‘Babylonische periode’ genoemd kan worden,
oftewel een periode in de geschiedenis  die begint met de regering van
koning Nebukadnezar in Babel en vanuit Babel en die zal eindigen met
regering door de wetteloze in en vanuit het Babel van de eindtijd. Deze
koning Nebukadnezar is het gouden hoofd van het beeld van Daniël 2.
Hoofd is in het Hebreeuws ook ‘Begin’ en de periode van die koninkrijken
begint met het gouden hoofd Nebukadnezar.

‘Zou daarmee al in de profetie van Daniël vastgelegd zijn hoe lang deze
Babylonische periode zou duren?’

Dat zou heel goed kunnen. Niet dat we daarmee kunnen uitrekenen wanneer
of in welk jaar de wegrukking van het lichaam van Christus zal plaatsvinden.
Dat blijft onduidelijk, net zo min als Daniël 11, de afsluitende profetie van het
boek, ons kan inlichten over het wanneer van de wegrukking van het geeste-
lijke lichaam van Christus.  We zouden wel de dingen van God benaderen zo-
als Daniël zelf dat deed, namelijk in diepe afhankelijkheid. Hij was verslagen
en op zijn aangezicht neergeworpen toen hij de hemelse boodschapper zag.

‘Hij had zich verootmoedigd, en ernstig in de Schriften gezocht en de zonden
van zijn volk Israël beleden.’

Ja, en omdat zijn hart zo ootmoedig en verslagen was, was hij een beminde man,
zo wordt hij wel drie keer aangesproken in hoofdstuk 9 en 10 en juist aan Daniël
worden deze bijzondere dingen onthuld. Het vraagt dus een diepe ootmoed om
deze dingen van God te kunnen en te willen ontvangen. Velen stellen zichzelf
boven het woord van God en leveren kritiek die ze als mens in feite helemaal niet
kunnen geven, omdat het het woord van God is en niet van mensen!

‘Zelfs ernstige gelovigen stellen hun eigen mening of conclusies boven dat Woord?’

Je komt dat tegen ja. Of men besluit anders te handelen dan wat de Schrift zelf aan-
geeft. Daarmee stelt men zich impliciet boven de Schrift. Of men gaat te rade bij de
wereld in plaats van het woord van God zelf, om daar de wijsheid uit te putten.
Maar dat Woord is écht de enige bron van Gods wijsheid, anders niet. In vroeger tijd
had je orakels waar men naar toe ging (bijvoorbeeld in Delphi) om wijsheid te ver-
krijgen. Of men las de filosofische werken van de Grieken. Dat alles brengt echter
geen stap verder.

‘Maar in de theologie houdt men toch rekening met een filosoof als Plato
en dergelijke?’

Ja, het Grieks-filosofische gedachtegoed is daardoor het christendom binnenge-
slo
pen. en heeft voor eindeloos veel verwarring gezorgd. Zoals de verderfelijke,
heidense leer van de oude slang: de onsterfelijkheid van de ziel. Het kost dan
veel moeite om d
e vertalingen weer van die invloeden te ontdoen. Maar terug-
kerend naar de zuivere Schriften zelf wordt alles duidelijk! Liefde van God zal
uiteindelijk alles overwinnen!

Woord vandaag

‘Goed om even stil te staan bij hoe we Zijn woord lezen. We zijn
zeker bijzonder bevoorrecht.’

Het is alleen genade van God, dat wij zo in Zijn woord kunnen lezen
én dat begrijpen. Zo zit het in ons hart en leven we eruit. Het zijn bij-
zondere tijden waarin we leven. Binnenkort gaan we ook door met
de studies uit het Profetisch Woord. Daniël is een geweldig boek. Hij
was een begerenswaardig man (Daniël 9:23; 10:19), omdat hij over
de toekomst van zijn volk en de stad Jeruzalem inzicht ontving.

‘Als wij iets mogen begrijpen van deze dingen, dan is dat alleen omdat
Vader ons dat geeft.’

Jawel, en dat gold ook voor Daniël. Hij bad ernstig (door God bewerkt)
en als antwoord kreeg hij inzicht over de 70 jaarweken, de laatste 490
jaar voor de tweede komst van de Messias Jezus op aarde voor Zijn volk
Israël. Als de 7 tijden uit Daniël 4 voorbij zijn, komt de Messias om Zijn
volk te verlossen en Babylon te richten. Dat gericht staat uitgebreid be-
schreven in Jeremia 50, 51 en Openbaring 17-19.

‘En de 7 tijden uit Daniël 4, wat is dat voor een periode?’

Het lijkt erop, dat het gaat om een periode van 7 x 360 = 2520 jaar. En
die periode begint en eindigt met Babel. Zo is het in de wereldgeschie-
denis. Eerst komt het gouden hoofd (Nebukadnezar) en daarna wordt
het langzaamaan minder (Meden en Perzen en Griekenland) en in de
tijd die naar het einde van de boze eon loopt, zal er opnieuw een rijk
ontstaan, dat de wereldmacht in handen zal krijgen.

‘Als we de profetiën nakijken, moet dat in het Midden-Oosten zijn?’

Het lijkt er wel op, ja. En aan het einde zal Babel erkennen, dat de God
van de hemelen alles in Zijn hand heeft en land geeft aan wie Hij wil.
Hij heeft destijds de grenzen van de volken bepaald en Hij is volledig
in controle. Er gaat niets buiten Hem om!

Woord vandaag

‘Wat goed om even te kijken naar de principes waarmee je de
Bijbel kunt lezen.’

Is van belang, omdat men in de kerk erg bezig met de verbonden, de zoge-
heten verbondstheologie. Dan denkt men abusievelijk, dat het verbond
overgegaan is van Israël op de kerk, want de kerk acht zich geestelijk gezien
Israël. Daarom zingt men bij de kinderbesprenkeling: ‘het verbond met
Abraham Zijn vrind, bevestigt Hij van kind tot kind.’ En is men door de
kinderbesprenkeling automatisch opgenomen in het verbond van God
met Abraham.

‘Maar de heidenen hebben toch geen verbond?’

Misschien alleen -als je per se van een verbond wil spreken- van het ver-
bond met Noach, dat de regenboog het teken is dat er geen grote watervloed
(soort supertsunami) meer over de aarde zal komen.
Al met al zit de kerk er met de hele verbondstheologie naast. De waarheid
vinden wij in Efeziërs 2, waar staat, dat ‘jullie…
waren …. gasten van de ver-
bonden die bij de belofte horen’….

‘We hebben die brieven hard nodig om de volle waarheid te zien, begrijp ik.’

Nou en of. Zonder dat heb je geen uitzicht, geen overzicht, geen einddoel, is
alles in de mist. Als je van de andere kant begint, en denkt vanuit de Tenach
alsof je de Griekse Schrift in het licht van de Hebreeuwse moet lezen en ver-
staan, kom je hopeloos in de verwarring en ontbreekt het juiste zicht. Want
je laat het kleinere licht (Tenach) schijnen over het grotere (Griekse Schrift)
en dan is het net of je met een brandende fakkel de zon wil verlichten.

‘We zijn daarom enorm bevoorrecht als we kijken naar de gelovigen uit de
vroegere tijden.’

Ja, we zijn ons dat vaak nog te weinig bewust. laten we God danken voor de
enorme mogelijkheden om met Zijn woord bezig te zijn, daarmee kiezen
we net als Maria voor het goede deel (Lucas 10:38-42; Psalm 27:4), te zitten
aan Zijn gezegende voeten en te luisteren naar Zijn stem van liefde van God.
Ah, dat dat ook ons verlangen is!

Woord vandaag

‘Best fijn he om zo elke dag even na te denken over het Woord van God.’

De moeite waard. Steeds duikt er wel iets op uit het Woord. Gods uitspraken
zijn onuitputtelijk. Steeds weer dieper verstaan van wat God zegt, en toch is
het nodig te weten welke principes nodig zijn om dat woord goed te kunnen
verstaan. Het is bijzonder van belang, dat we de verhouding tussen de Tenach
(Hebreeuws/Chaldees – ‘oude testament’) en de Grieks geschreven schriften
goed zien.

‘Dat is heel belangrijk, want wij lezen er elke dag in, in de Bijbel.’

Mooi, dat we dat kunnen, in alle vrijheid. Want dat is een groot voorrecht.
Lange tijd kon het kerkvolk niet in de Bijbel lezen, want die stond op de
Index (lijst van verboden boeken). NU, dankzij wat God deed door de (voor-
lopers) van de reformatie, kunnen wij nu thuis, zomaar, de Bijbel lezen. Als
je die echter met een bepaalde bril op leest, dan lees je waarschijnlijk niet
helemaal correct.

‘Wat is dan een belangrijke ‘regel’ om in je achterhoofd te hebben als je
de Bijbel  leest?’

Dat je de Tenach leest in het licht van wat in de Griekse Schrift (Mattheüs –
Openbaring) is bekendgemaakt. Met name  de apostelen hebben veel meer
gezien dan de profeten, omdat zij wisten van de vervulling van veel profe-
tiën, dat ze wezen naar de Heer Jezus Christus, en Zijn werk. In de brieven
van de apostelen wordt veel bekendgemaakt wat het juiste licht werpt op
veel van wat in Tenach bekendgemaakt was.

‘We kunnen daardoor het beste de Bijbel lezen?’

Ja, en dan wordt het heel rijk en zit er bijzonder veel profetie en typologie
in de oude geschiedenissen van Zijn woord. Verder worden er ook verbor-
genheden bekendgemaakt die niet in Tenach te lezen waren. Paulus is de
apostel die de lijnen het verst kon zien en vervolgens opschrijven. Zodoen-
de hebben we door zijn brieven overzicht over heel Gods plan. Een bijzon-
der fel licht scheen op Saulus als teken van het feit, dat Christus Jezus hem
de hoogste onthullingen bekend zou maken!

Woord vandaag

‘Ben jij er ook van overtuigd, dat wij het woord als enige bron van leven
en uitzicht hebben?’

Ja, dat is duidelijk. Je kunt niet zonder dat woord. Soms moet je diep graven
om de waarheid op tafel te krijgen, en heb je anderen nodig die dat al voor je
hebben gedaan. Zo heb je in de 19e en begin 20e eeuw diepe vorsers in het
woord gehad, die heel veel op tafel hebben gelegd. Zij zagen dat niet als hun
verdienste, maar dankten God, de Vader daarvoor. Daarom hebben wij rijke
bezittingen in veel goed studiemateriaal. Denk bijvoorbeeld aan de beide
concordanties van George V. Wigram, een broeder uit de vergadering van ge-
lovigen die ze tot stand bracht.

‘Dat zijn concordanties die niet uitgaan van de Nederlandse of Engelse ver-
talingen, maar van het Grieks en Hebreeuws?’

Jawel, dat is van belang, omdat je, als je steeds woorden aan de hand van die
woordenlijst opzoekt, je in de vertalingen kunt zien hoe dat Hebreeuwse of
Griekse woord vertaald is. Meestal ontdek je, dat het lang niet altijd conse-
quent vertaald werd. Zo kwam in de loop van de tijd de concordante verta-
ling tot stand. Zoveel mogelijk hetzelfde Hebreeuwse en Griekse woord ver-
talen met hetzelfde Nederlandse woord. Dat lukt niet altijd omdat je soms
door het verband waar het in staat, moet afwijken van je standaard woord.

‘Je ontkomt er dan niet aan, de woorden ‘olam’ en ‘aioon’ correct te verta-
len. Dan ben je de eeuwigheid kwijt.’

Dat is een van de prachtige uitkomsten. De grondtekst wordt ook voor die
begrippen correct vertaald. Zo kom je bij de waarheid van het woord van
God uit. Dan blijkt er geen eeuwige pijn, geen eeuwig afgrijzen, geen eeuwig
noem maar op te zijn. En voor wat betreft ‘eeuwig leven’: deze uitdrukking
wijst op het leven dat de gelovigen in de eonen hebben tegenover degenen
die dood zijn. Ná de eonen hebben alle mensen eindeloos leven, onsterfelijk-
heid voor altijd!

‘Tsja, wat een evangelie he. Alle mensen uiteindelijk gered in en door het
kostbare bloed van Christus.’

Dat ís het evangelie. Als niet alle mensen gered zouden zijn in en door het
werk van Jezus Christus, dan heb je geen evangelie. Geen goed nieuws meer.
Het is een bijzondere genade, nu al te weten van die redding. Dat dat zou lei-
den tot luie gelovigen? Dat lijkt mij niet. Altijd waren er gelovigen die deze
waarheden gekend en beleden hebben en die waren juist heel actief! Deze
écht blijde boodschap geeft energie om steeds weer te getuigen van de lief-
de van God in Christus voor alle mensen!