‘Ongelooflijk, dat wat ons te wachten staat. Onbegrijpelijk, dat zoveel
gelovigen een aardse toekomst voor ogen hebben.’
‘Vergeet niet, dat de tegenwerker graag wil, dat gelovigen niet op de
hemelse dingen gericht zijn. De oude slang wordt hij in Openbaring 12
genoemd, met verwijzing naar Genesis 3. Een slang is zeer aan de aarde
gehecht, het dier glijdt over de aarde in het stof, zonder poten. Dus een
van de dieren, die zich het dichtst bij de aarde beweegt.
‘In feite een symbool, dus.’
Ja, en daarbij doet de tegenwerker, de satan, zich voor als een boodschap-
per van het licht. Maar dat is zeer misleidend. Zijn dienaren doen zich
voor als dienaren van de gerechtigheid. Maar het is allemaal iets dat
mooi lijkt, maar dat ver weg leidt van het ware licht van de wereld: onze
Heer Jezus Christus. De gemeente die Zijn lichaam is, heeft in Christus
Jezus en met Hem een plaats gekregen te midden van de hemelingen.
Daarom zal de draak dat gebied moeten verlaten in de nabije toekomst.
‘Eén van de methodes van de tegenwerker is, de gelovigen te richten op
deze aarde en de aardse dingen?’
Dat gebeurt, ja. Niet door tekenen en wonderen, maar door woorden, door
prediking. Ook de tegenwerker bedient zich van het woord om zijn bood-
schap aan gelovigen door te geven. Aardse zegen, voorspoed, materiële
zegen, een ‘koninkrijk’ op aarde en aanvaarding van een leer, die later
vals blijkt te zijn. Gericht op het vlees, zichtbare dingen en deze aarde.
‘Hij heeft een hekel aan de paulinische boodschap?’
Voor zover hij er iets van kan verstaan. De weerstand, die de gelovigen
ondervinden van geestelijke machten van het boze te midden van de
hemelingen, wordt alleen in Efeziërs duidelijk besproken. Alleen in die
brief wordt ons een geestelijke wapenrusting van God aangereikt, niet
om aan te vallen, maar te verdedigen. Gelovigen, die in de geest en in
geloof hun hemelse ‘grond’ hebben ontvangen, kunnen in de geestelijke
strijd blijven staan. Daarvoor is de hele wapenrusting gegeven!