‘Ik ben erg benieuwd hoe het is als wij eenmaal bij Hem zijn, boven!’
Er zijn er meer, die daar naar uitkijken, en terecht. Het is grandioos
wat wij daar gaan meemaken en het zal al onze hoop en verwachting
ver overtreffen. Geen spoortje van zonde meer, geen religieuze zaken
meer, geen wetticisme meer, nooit meer. God geve, dat wij dat nu al
ervaren en uitleven. Laten wij in de genade blijven staan en niet er
uit vallen doordat wij aan religieuze verplichtingen gaan voldoen.
‘Wij kunnen niet groot genoeg van Hem denken!’
En daarom kunnen wij niet groot genoeg van Zijn genade denken. Hij
geeft ons alles om niet. Niets wat Hij van onze kant verwacht. Laten wij
Hem daar ruimhartig voor bedanken. Zijn gunst is er. Geen veroordeling.
Hij ziet ons altijd volkomen, gaaf in Christus Jezus. Is er iets beters?
Lijkt mij niet. Te wensen valt, dat wij een zuurdesemvrij leven leiden.
‘Een zuurdesem vrij leven?’
Ja, dat schrijft Paulus toch in Galaten 5? Een klein beetje zuurdeeg door-
zuurt het hele deeg. Een klein beetje wet of religie maakt, dat je uit de ge-
nade bent gevallen (Galaten 5:4). Dat geldt voor de gelovige, die leeft van
genade. De Galaten waren daarvan nogal afgeweken en hielden maanden,
dagen, jaren, vaste tijden, kortom: religie, verplichtingen die God nooit
voor het lichaam van Christus bedoelde.
‘Het blijft dus erg scherp opletten, dat wij niet van die weg afwijken.’
Zeker, als wij aan de pomp bij Paulus staan, tanken wij zuurdesem vrije
woorden van genade en grote heerlijkheid. Onze motor draait dan als een
zonnetje, en ook vandaag kijken wij omhoog naar een onbewolkte hemel,
waar Gods glimlach over ons leven ligt. Er gaat niets mis. Hij heeft ons vol-
ledig in Zijn genadige hand. Mens, wat wil je nog meer!