‘Het volgende verschil tussen Paulus en de anderen komt naar voren
in 2 Corinthiërs 12:11?’
Paulus werd kennelijk door de Corinthiërs vergeleken met de apostelen
van de besnijdenis, die misschien hier en daar beter konden spreken en
misschien wel meer tekenen en wonderen deden. Daar waren sommige
Corinthiërs gevoelig voor. Hij schrijft (vers 11,12):
Ik ben onverstandig geworden; gij hebt mij ertoe genoodzaakt, want ik had
door u aanbevolen moeten worden. Immers, in geen enkel opzicht heb ik
ondergedaan voor die onvergelijkelijke apostelen, ook al ben ik niets.
De tekenen van een apostel zijn bij u verricht met alle volharding, door
tekenen, wonderen en krachten
‘Zo te lezen werd hij inderdaad vergeleken met de andere apostelen.’
Hij werd bekritiseerd tot en met, kennelijk werd niet alleen elk woord van
hem afgestreden, maar zelfs het aantal tekenen en wonderen die hij deed
werd kritisch bekeken. Hij verdroeg veel, heel veel van de Corinthiërs.
Tegelijk kende hij het evangelie van het koninkrijk tot en met en handelde
ook tijdens een zekere periode (zie Handelingen) in de lijn ervan.
‘Dus Paulus kende én het evangelie van de besnijdenis én het evangelie van
de onbesnedenen?’
Het lijkt mij, dat de apostel van de liefde van God het evangelie van de besnij-
denis beter doorgrondde dan de twaalf apostelen, omdat hij het héle plan van
God bekendmaakte. De besnijdenisapostelen zagen een deel van dat plan!