‘De nieuwe schepping in Christus, eigenlijk moeilijk voor te stellen
dat wij dat al zijn.’
Het is de geweldige geestelijke waarheid die over ons gezegd wordt
in 2 Corinthiërs 5:14-17. Wij zijn dat voor God in Christus. Daarmee
is de oude mensheid in feite niet langer onder de wet, want zij zijn
gestorven. Eén stierf  voor allen, dus zijn allen gestorven.
‘Maar dan kan het oude verbond niet meer van toepassing zijn!’
Goed beschouwd leeft niemand meer onder dat oude verbond, nu de
hele mensheid met Christus medegekruisigd is, én begraven. Alleen
de gelovigen leven nu, voor God. Dit is de situatie vanuit God bezien.
De mensen die onder een religie (Joods of niet-Joods) leven, doen dat
vaak om beter voor hun god (of God) te zijn, of dichter bij hun God te
komen.
‘Maar de werken die zij dan doen, zijn dat de dode werken waar Hebreeën
over spreekt?’
Ja. Voor de gelovigen geldt dat hun gewetens gereinigd zijn van dode wer-
ken. Zij zijn het, die leven. Paulus geeft aan, dat zij die leven, niet langer
voor zichzelf leven, maar voor Christus. Dat leven is in en door Gods genade.
Voor Israël zal binnen afzienbare tijd het nieuwe verbond aanbreken als
hun Messias Jezus komt. Hij zal hun zonden (o.a. ongeloof) wegnemen en
zij zullen Hem aanvaarden, eindelijk breekt de échte vrede aan!