10 mei 2020
‘In Zijn liefde geborgen.’
Niets kan ons scheiden van Zijn liefde.
Wat ook gebeurt in de wereld; hoe raar
de dingen soms kunnen gaan. Dit blijft
altijd staan; de liefde van de Vader, Die
ook als een moeder voor ons zorgt. Hij
zal voorzien in wat nodig is, telkens, da-
gelijks. Niet altijd wat ons goed uitkomt,
maar wel in Zijn wijsheid wat goed is.
‘Je kunt dat niet bedenken.’
Paulus schreef dat lang geleden aan de
Korintiërs; wat geen oog heeft gezien,
wat geen oor heeft gehoord. Dat is wat
God gereedgemaakt heeft voor ons als
gemeenteleden. Je kan er niet bij, zo ge-
weldig veel zegen in Christus. De geest
van God, Zijn woord; het maakt steeds
meer duidelijk van de diepten van God.
‘Soms wordt het teveel.’
Wij zijn schepselen met beperkingen; in
wezen is al wat God onthult onbegrijpe-
lijk. Tenzij wij Zijn geest hebben ontvang-
en (en dat is zo), waardoor wij verlichte
ogen van het hart ontvingen. Zo kunnen
wij zien en horen wie God is: de Vader
van de heerlijkheid. Daar is geen ontko-
men aan, Hij schenkt die heerlijkheid; en
die wacht op ons en wij op de vrijkoping
van ons lichaam.