25 maart 2020
‘Gesterkt in Zijn genade.’
We zien uit naar het einde van het be-
heer van de genade van God. De bazuin
zal onherroepelijk klinken en ons thuis-
halen. Net zoals in Israël op gezette tij-
den de sjofar klinkt, en op speciale mo-
menten de zilveren trompetten, zó zal
op Vaders tijd ‘de onze’ te horen zijn.
We zien uit naar dat grote moment, en
dan zal Hij ons vernederd lichaam om-
vormen. Dat wordt gelijk aan het Zijne.
‘Wat een dag zal dat zijn.’
Beslissend, dan eindigt de genadetijd
en begint de periode van gerichten. En
die moet komen, zoals Openbaring ge-
schreven is; dat wat ná de bazuin snel
moet gebeuren. Dan zullen de zegels
van de boekrol door het Lammetje ver-
broken worden en zal de mensheid in
een periode van zeer grote druk komen.
Het volk Israël zal de grote verdrukking
moeten ondergaan. 1260 dagen.
‘Korte periode, lang genoeg.’
Daarna zal de Messias Jezus precies op
tijd komen en Zijn volk verlossen. Hij is
door Vader in principe al als Koning ge-
steld, bij monde van de Psalmist:
Ik heb Mijn Koning toch gezalfd over
Sion, Mijn heilige berg Psalm 2:6
Hij zal een einde maken aan het abso-
lute dictatorschap van de wetteloze.
Babylon zal ook haar einde vinden, in
slechts zeer korte tijd. De Koning van
de koningen zal aantreden, dé Vorst.