‘Het is een feit, dat allerlei groepen en groepjes (soms zelfs binnen een plaat-
selijke gemeente) zijn.’

De denkbeeldige barrieres en muren en wanden die tussen diverse groepen
door mensen (vlees dus) opgericht zijn; wij zouden die niet accepteren. Men
kan door bepaalde rituelen in te stellen, of een belijdenis of een organisatie
structuur in te voeren (of traditioneel te hebben), afscheidingen maken. Al dit
soort praktische verdeeldheid zouden wij ver van ons houden. Het verhindert
het uitleven van de eenheid door verzoening.

‘Maar wat is dan je houding in het licht van Efeziers 2:11-18  als er toch muren
zijn – ook in een plaatselijke gemeente?’

Wanneer onze mede gelovigen barrieres tegen ons opwerpen, dan geldt voor
ons het basisprincipe : vrede. Dat gaat hand in hand met verzoening. En deze
vrede staat dan ook centraal in het stukje wat je noemt:

opdat Hij de twee in Zich­zelf tot één nieuwe mens zal scheppen, vrede makend,
en beiden in één lichaam met God door het kruis wederzijds zal verzoenen, de
vijandschap erin do­dend. En in Zijn komen, verkondigt Hij als evangelie vrede
aan jullie die veraf en vrede aan hen die nabij waren     
Efeziers 2:14-16

We zien hier opnieuw wat elementair is: door het kruis. Dat is bepalend, het
middel waardoor God wederzijds verzoent. Vrede is wat zou regeren in de on-
derlinge verhoudingen. De band van de vrede (Efeziers 4:1-3).

‘Dus als men muren tegen je opwerpt, er toch groepjes zijn, dan ben je terug-
houdend misschien?’

Ja. Als we onszelf toch in een ander groep(je) forceren, dan zou dat een werk van
het vlees zijn. Terwijl we in de geest die muur of barriere weigeren te erkennen.
Paulus kwam niet langer in gemeentes waar hij niet meer welkom was (2 Timo-
theus 1:15). Hij wilde dan geen aanstoot zijn, terwijl de motieven van die anderen
niet zuiver waren en die van Paulus wel. Daarom bleef hij op afstand en stuurde
bij gelegenheid ernstige brieven (Galaten, 1 en 2 Korinte). Hij wilde daarin vrede
praktiseren!