‘Best bijzonder, dat de woonplaats van God steeds meer uitbreidt in Gods plan.’

Zeg dat wel. Dat is wonderlijk, we hebben gezien dat bij de dorsvloer van Araunah
de plaag stopte. Zo kon Gods woonplaats daar gebouwd worden. Dat is een type
van de plaag van de zonde, die op Golgotha stopte. Op de berg Moria was het David,
die loskocht en offerde. Op Golgotha was het de Heer zelf (van wie David een type
was) die Zichzelf offerde en zo de hele wereld loskocht. Zilver is het losgeld. Zilver
is in hoogste instantie een beeld van de verzoening, die Hij tot stand bracht.

‘Tsja, ik raak steeds weer onder de indruk hoe Zijn woord in elkaar zit.’

Gewoonweg geweldig. Omdat op Golgotha de plaag van de zonde door de zonde-
loze Zoon gestopt werd, kon de woonplaats van God verder uitgebreid worden.
Dat zal straks gebeuren in de 1000 jaren als de tempel van Ezechiël als indrukwek-
kend bouwwerk zal staan in Israël en een groot gebied zal beslaan. Dan is het heili-
ge der heiligen nog groter dan in de tempel van Salomo. Maar nu, in deze tijd
woont God door Zijn geest in de gelovigen.

‘Magnifiek, wat een rijkdom hebben we dan ontvangen!’

Zeker. We zijn in Christus gezegend met iedere geestelijke zegen te midden van
de hemelingen. En de gemeente die Zijn lichaam is, is zeer nauw betrokken bij
de verlossing van de hemelse machten en krachten. Daartoe zijn zij in Christus
al een nieuwe schepping. In die zin hebben de gemeenteleden geestelijk al de
voleinding bereikt. In Hem reeds opgewekt en levendgemaakt! En dat, terwijl
Johannes op Patmos in Openbaring 21 en 22 nog niet eens levendmaking noemt.
Zelfs daar is nog geen sprake van de levendmaking. De mensen zullen pas aan
het einde van Zijn voornemen van eonen onsterfelijkheid ontvangen.
Wij al bij de bazuin van God. Ongelooflijk!