‘Het is eigenlijk wel treurige toestand, als je het zo als jij maandag
bekeek he, ik wil daarop doorgaan.’

Ok, veel gelovigen zitten gevangen in tradities van mensen, die over
het woord van God heen liggen. Dat was in de dagen van de Heer
Jezus op aarde al zo, in Paulus’ dagen ook, en in het christendom
is exact hetzelfde gebeurd als in het Jodendom.
‘De ogen zijn bevangen?’

Er ligt over het hart van veel christelijke mensen een bedekking.
Dat heeft te maken met de tradities, die systematisch gehandhaafd
worden. Als je binnen je kerk of geloofsgroep met de dingen van met
name Paulus aankomt, dan moet je óf zwijgen (‘want er komt maar
onrust van’) óf de kerk/groep verlaten dan wel je wordt er uitgezet.

‘Bijbels voorbeeld?’

De geschiedenis van de blindgeborene vind ik een sterk voorbeeld.
De Heer Jezus was sowieso zelf aan flinke roddel onderhevig, want
Hij ging om met het uitschot van de Joodse samenleving, de hoeren
en de tollenaars, de zondaren dus. De Joden waren zelf geen zondaar,
althans, dat meenden sommigen van hen, zij stamden van Abraham af
en waren rechtvaardig, dachten zij.

‘Maar de Joden leefden toch heel netjes?’

Zij waren vooral bezig met de buitenkant. De Heer wees op de binnenkant.
In Mattheüs 15:1-20 gaat de Heer tekeer tegen de Joden, die meer bezig waren
met ‘de inzettingen van de ouden’ (vers 2) en spraken de Heer erop aan, dat
Zijn discipelen zich niet hielden aan de inzettingen (náást de Torah) door
hun handen niet op voorgeschreven wijze te wassen.

‘Lekker belangrijk inderdaad.’

De Heer zei tegen hen dat niet wat de mens ingaat (voedselwetten en voorschriften)
de mens verontreinigt, maar wat de mens uitgaat.

En dan prikt Hij door naar het hart en noemt in vers 19 en 20 wat de mens écht
onrein maakt. Dat is niet veel fraais, als je dat leest: boze gedachten, doodslag,
overspel, hoererij, diefstal, leugens en laster. Kortom: alles wat op televisie in
allerlei series en in veel films breeduit getoond wordt.

Wat uit het hart van de (ongereinigde) mens naar boven komt en zich uit in de
woorden en daden, dát maakt een mens onrein. Dat is heel wat belangrijker dan
of men wel op voorgeschreven wijze de handen wast. Het gaat om de reiniging
van de bínnenkant, niet zozeer de buitenkant!