10 augustus 2018
‘Abraham gaf God de eer.’

Dat is het doel van de mens, tot eer van
God zijn. Wat je niet verwacht is, dat tot
eer van God zijn door geloof is. Abraham
gaf God de eer door op Gods beloften
te
 vertrouwen. Ook toen alles erop wees,
dat die niet meer vervuld konden wor-
den. De tekst zegt dit:

maar hij werd bekrachtigd door geloof,
God de eer gevend, volledig verzekerd
dat wat Hij beloofde ook in staat is om
te doen
                    Romeinen 4:20,21

‘Ja mooi, zo is het.’

God had het geschenk van geloof aan
Abraham en Sarah gegeven. Dat was zo
sterk, dat zij ermee rekenden dat God
de doden opwekt. Nieuw leven uit de
dood kan geven. Dat gebeurde bij wijze
van spreken bij de binding van Isaäk op
het altaar op Moria. Zij rekenden met
de beloften van God, die vast en zeker
zijn en vervuld worden. Allemaal.

‘Verbond was eenzijdig.’

Van één kant kwam alles, het was zon-
der voorwaarden vooraf. God zei bij ge-
legenheid, dat Hij zelf alles zou waar-
maken. Het herhaalde …Ik zal…vestigt
de volle aandacht op Jahweh zelf. Dat
is ook waar het om draait:

Jahweh, Zijn Woord, alle kracht, macht
en vermogen is van Hem.

De gelovige erkent dat meer en meer
en geeft God zo de eer: door zelf min-
der te doen en het alleen van God, de
Vader van de Heer Jezus Christus,
te

verwachten.