14 april 2019
‘Hij werd gekruisigd.’

In alle vroegte (Mattheüs 27:1) nam
men het besluit Hem te doden. Daar
waren de ousten en al de overpries-
ters bij betrokken. Petrus stelde later
vast dat het huis van Israël Hem had
gekruisigd. Hoewel de Romeinen het
vonnis uitvoerden. Pilatus vroeg Hem
of Hij de Koning van de Joden is. De
Heer
 zei: U zegt het. Zo bevestigde de
Heer die waarheid. Zo was, is, 
en zal
Hij zijn: de Koning, de Zoon van
David
(Mattheüs 1:1). 
Hij maakt aanspraak
op die troon.

‘Deze werd door hen gekruisigd.’

Op de beschuldigingen zweeg Hij.
Jesa
ja, de profeet, had dat gezegd:

Hij werd mishandeld en Hij werd ver-
drukt, maar Hij deed Zijn mond niet
open; als een lam werd Hij ter slach-
ting geleid, als een schaap dat stom
is voor zijn scheerders, zo deed Hij
Zijn mond niet open
       Jesaja 53:7

Hij zweeg; Pilatus stelde de menig-
te voor de keuze: Barabbas of Jezus.
Groter kon de tegenstelling niet zijn:
Barabbas was een opruier, moorde-
naar zelfs. De Joodse leiders zag
en
in Hem een oproerkraaier. Dat 
was
Barabbas wel, zijn naam betekent:

zoon van de vader, zoon van de te-
genwerker. Terwijl de Heer de Zoon
van God, de Vader is. Barabbas zou
eigenlijk gekruisigd moeten worden.
Onze Heer had vrijuit moeten gaan.

‘Het gebeurde andersom.’

Ja, en dat was duidelijke aanwijzing
dat de leiding van Israël geleid werd
door de tegenstander. Pilatus werd
nog wel door zijn vrouw aangespro-
ken, dat Hij de Rechtvaardige was.
Ze had gedroomd, daarin veel over
Hem geleden. In Mattheüs 27:20 is
te lezen, dat de leiders van Israël de
menigte overhaalden om Barabbas
te kiezen tot vrijlating, en niet Jezus.
Hoe duidelijk is het, dat zij Hem per
se wilden laten doden. Het moest ge-
beuren. Zo was de wil van God. Bij
het wekenfeest (pinksteren) klonk:

…Deze, Die overeenkomstig het vast-
gestelde raadsbesluit en de voorken-
nis van God overgegeven is, hebben
jullie genomen en door de handen
van onrechtvaardigen aan het kruis
gespijkerd en gedood

                            Handelingen 2:23