‘Waar werden de beide evangeliën verkondigd? Is er verschil?’

Zeer zeker! De Heer had gezegd (in Handelingen 1:8), dat de twaalf het
evangelie van het koninkrijk zouden getuigen in Jeruzalem, Judea,
Samaria en het uiterste van het land.
En dat hebben ze ook gedaan. Petrus ging weliswaar naar de heiden
Cornelius, maar die woonde nog aan de grens in het land, én het
was een proseliet, die was genaderd tot de God van Israël.

‘Paulus werd al geroepen buiten het land, dat zegt wel wat over waar
hij moest getuigen, buiten Israël zeker?’

Zo was het. Paulus is apostel en leraar voor de natiën, daar kan geen
enkel misverstand over bestaan. Hij ging rechtstreeks naar de natiën.
Toen hij met Barnabas er verslag van deed in Antiochië in Syrië, zeiden
zij, dat God een deur van geloof geopend had voor de natiën, we lezen
dat in Handelingen 14:27. Niet Petrus als sleuteldrager van de toegang
tot het koninkrijk der hemelen, maar God zelf door Paulus en Barnabas!

‘Ja dit is toch wel een opmerkelijk verschil.’

Daar ging het bij Petrus om bekering en doop in water als voorwaarde tot
vergeving van zonden. Bij Paulus was het alleen geloof, dus pure genade.

Het wordt verder duidelijk, als wij kijken naar de adressering van de brief
van Jakobus (1:1) en die van Petrus (1 Petrus 1:1). Jakobus schrijft aan de
twaalf stammen in de verstrooiing en Petrus aan de vreemdelingen in
de verstrooiing.
Dat kan in beide gevallen niet anders dan aan Israëlieten zijn.

‘Het blijft goed te kijken naar de adressering van de brieven, ja.’

En waar je bij Petrus in zijn brieven wel genade bij het begin en eind tegen-
komt, ontbreekt dat bij Jakobus. Daarbij spreken zij in het geheel niet over
een toekomst in de hemel, maar gaan zij zo zondermeer uit van een plaats
op aarde in de toekomst.

En wat ook ontbreekt bij deze apostelen: overstromende genade, en dát
verkondigt Paulus in zijn brieven aan alle kanten! Je leest bij hen niets
over ‘in Christus Jezus‘.