Onlangs (april 2009) verscheen een rapport ‘Ooit evangelisch’; weerslag van een enquete onder mensen, die hun evangelische gemeente na jaren (met gemiddeld 18 jaar actieve inzet!) teleurgesteld verlieten. In een krant werd dit boekwerkje onlangs besproken. Waar men vooral op stukliep, was het klimaat. Een ‘smoorklimaat’ met een ‘smoorgod’. Vooral ‘de sterke leider’ wordt problematisch bevonden: ‘rebellie tegen de leider = rebellie tegen God’. Kun je hieruit de conclusie trekken, dat de leider in een gemeente het kennelijk voor het zeggen heeft, dat alle persoonlijke initiatieven in de kiem gesmoord worden? Leiding en leiden (in het Grieks ago en samenstellingen met agoog) worden toegeschreven aan God(s goedertierenheid) (Romeinen 2:4), de heilige geest (Romeinen 8:14; Galaten 5:18) en de Heer zelf (1 Tessalonicenzen 4:14; Hebreeen 2:10). Paulus noemt zichzelf ‘dienaar’ (Kolossenzen 1:23,25), ‘slaaf’ (Filippenzen 1:1) en ‘apostel’ (Romeinen 1:1); nooit: leider.