‘Maar ondanks het voorbeeld van Israël willen toch nog steeds mensen onder
de wet van Mozes gaan leven.’

Dat is heel merkwaardig. Kijk je naar het christendom, dan wilde dat steeds
onder de wet leven. Dat maakt het erger dan Israël, want men had het ver-
keerde voorbeeld van Israël voor ogen. Ook veel echte gelovigen willen zich
onder de wet stellen. Maar dat is nog erger dan Israël bij de Sinaï. Als we het
verschil beseffen: toen riep dat volk in onwetendheid dat zij de wet van Jah-
weh zouden gaan doen. Nu hebben gelovigen dat voorbeeld voor ogen. En
zij hebben latere onthullingen van de Schrift!

‘Mogelijk zijn veel gelovigen zich nog niet bewust hoe dat zit het met hun
vlees, hun eigen ik?’

Als gelovigen van vandaag onder de wet van Mozes willen leven – en die zijn
er -, dan zondigen zij in feite tegen het hun gegeven licht uit Gods woord. Zij
menen Gods wil in hun eigen kracht te kunnen volbrengen. Merkwaardig ge-
noeg kunnen veel christenen niet geloven wat er werkelijk staat geschreven.
Kennelijk ligt er over hen een mist van traditie. Maar dat niet alleen. Vaak
blijken christenen wel op de hoogte van wat in de Bijbel staat, maar de ver-
keerde gedeeltes worden belangrijker geacht dan dat wat voor hen in deze
tijd van genade er werkelijk toe doet.

‘Ja, maar ze zouden toch heel simpel aan de weet kunnen komen, dat de wet,
de 10 woorden, nooit aan de natiën gegeven waren?’

Ze gaan eraan voorbij, wat zo duidelijk geschreven staat, en zij hebben zich-
zelf toch onder die wet geplaatst. Tot op zeker hoogte beseffen zij hun eigen
onvermogen wel als het gaat om het houden van de 10 woorden. Er wordt
wel onderscheid gemaakt tussen de ‘ceremoniële wet’ en de ‘morele wet’.
Die ceremoniële wet kunnen ze niet houden, omdat ze anders minstens 3
keer per jaar naar Jeruzalem toe moeten gaan. Er zijn delen van de wet die
alleen in het land zelf gedaan kunnen en moeten worden. Als je dan niet in
het land bent, kun je de wet ook niet vervullen.

‘Ja, dat is absoluut waar, sommige christenen gaan wel elk jaar naar Israël
om het Loofhuttenfeest met de Joden mee te vieren.’

Ja, men is ver afgedwaald van de juiste weg. Als men eens zou beseffen,
dat Paulus aan Israëlieten (o.a.) schrijft, dat zij dood zijn voor de wet (en
dat ook in de praktijk zouden zijn)! Dan is het toch overduidelijk, dat de
gelovigen uit de natiën al helemaal nooit onder de wet kunnen staan?
Kijk, Israël probeerde de wet te houden, kon dat niet, deed dat niet.
Daarom zijn zij verstrooid onder de volkeren. Dat is de vloek van de wet,
die op hen is gekomen. Over hen ligt een bedekking.
Maar ook over de christenen die denken dat zij onder de wet van Mozes
moeten leven, terwijl zij daarmee de overstromende genade verwerpen!
Hoe tragisch! Laten wij die genade waarderen; ook vandaag geldt: de lucht
is strakblauw, de zon van Gods genade schijnt volop, er is geen wolk te be-
kennen die dat licht tegenhoudt!