‘Het Efeze-geheimenis. Om welk aspect gaat het hier?’
Om het derde aspect, waarvoor Paulus ook bidt in Efeziërs 1:18:
en wat de rijkdom van de heerlijkheid van Zijn lotgenieting te
midden van de heiligen is
En zo bidt hij direct daarna voor het tweede aspect,
en wat de overstijgende van Zijn kracht is voor ons die geloven,
dat in Efeziërs 2:1-10 besproken wordt en onze nauwe relatie
met Christus uitdrukt. En zo komt ook in 2:11-22 onze relatie
tot elkaar op de voorgrond.
Zo blijkt dus, dat we als natiën in het vlees geen verwachting had-
den. Alleen Israël kon iets in het vlees verwachten. De komst van
hun Messias, Hij zou lijfelijk komen te midden van Zijn volk, en
orde op zaken op aarde gaan stellen. Het volk Israël moet eerst
zelf tot bekering komen en pas dan het een werkelijk licht van
Ieue zijn.
‘Geen verwachting in het vlees. Maar dus wel in de geest!’
Dat is een van de heel erg belangrijke facetten die in dit korte stukje
genoemd worden. In het vlees waren de natiën ondergeschikt aan
Israël. Maar de apostel is nu op het punt gekomen, dat hij belang-
rijke geestelijke waarheden omtrent het Efezegeheimenis en het
lichaam van Christus gaat onthullen. De status in Christus Jezus
verheft de heiligen en gelovigen tot een on-aards, een hoog hemels
niveau. Daar tellen de verschillen in het vlees niet langer. Daar telt
hoe men er geestelijk gezien voorstaat!
‘Dat is te danken aan het unieke werk van Christus?’
Zeker. Het gaat om dat tot stand is gekomen door of in het bloed van
Christus. Het resultaat is, nadat men van zonden gereinigd is, dat men
nabij is gekomen. Nabij God en van daaruit ook dicht bij elkaar. Het
gaat om verzoening en eenheid. Want Hij is onze vrede. In dit stukje
(11-22) gaat het om vrede en dat heeft zeer nauw verband met de weder-
zijdse verzoening (Grieks: apo-katallasso).
De afstand is verdwenen. Er is vrede! Wat een verademing is dat!