26 juni 2019
‘Het Efeze-geheimenis gaat ons aan.’
Helemaal, het geeft antwoord op alle
vragen die leven bij de relatie tussen
Israël en de gemeente. De Efezebrief
zegt, dat al de gelovigen op hetzelfde
geestelijke niveau staan. De natiën
hadden in het vlees een ondergeschikte
positie; in de geest zijn er geen verschil-
len. Alle leden van Zijn lichaam hebben
vrij toegang tot de Vader, in de geest.
Dat zegt Efeziërs 2:11-22.
‘Het gaat niet om de Tempel.’
De kwestie: toegang tot een tempel
of iets dergelijks is daarmee opgelost.
In Paulus’ dagen speelde dat, hij werd
veroordeeld omdat men meende dat
hij Trofimus door de scheidingsmuur
op het verboden deel van het tempel-
terrein had gebracht. Dat was niet het
geval. Paulus gebruikt de afscheidings-
muur als beeld. Hij geeft aan dat die
weggebroken is. En de wet in geboden
en inzettingen is buiten werking
gesteld (Efeziërs 2:14,15a).
‘De hele Thora is afgeschaft?’
Zo zegt Paulus dat nergens. In Thora
staat hoe men via de priesters van
Israël Jahweh (God) kon naderen. In
Christus is dat alles overbodig; er be-
staat immers vrije toegang!
We zijn gezegende mensen; onze ver-
wachting is niet aards, maar hemels.
De aarde is straks de plaats van Israël
onder het nieuwe verbond. Zij zijn als
koninklijk priesterschap gesteld, dat
zal werkelijkheid zijn als hun Messias
Jezus Christus gekomen is en het volk
verlost heeft.