‘Dus : het geheimenis in Efeziërs 3:3 is wat wij dan noemen het Efeze-ge-
heimenis?’
Dan volgt in vers 3b-5 een tussenzin. Daarin wordt gesproken over een
ander geheimenis: dat van Christus. Paulus zegt, dat hij tevoren in het kort
daarvan schreef, dat was in Efeziërs 1:9-10. Het geheimenis van Christus
zoals dat voorheen door de profeten bekendgemaakt werd, is dat Hij, de
Heer Jezus Christus Hoofd zal zijn over heel de aarde als Koning van de
koningen en Heer van de heren. Het was een geheimenis, omdat een aan-
tal gelovigen uit Israël dat wel erkenden, maar de rest van de mensheid
wist er niets van.
‘En Paulus maakt nu meer bekend?’
Hij schrijft in het kort over zijn inzicht in het geheimenis van Christus.
Dat doet hij in de verzen 1:9-10. Daar zegt hij dat Christus Jezus Hoofd
zal zijn over heel de schepping. Niet alleen de aarde, maar ook de hemelen.
Hij zal regeren over alles. Dat ook de hemelingen onder de voeten van Hem
gebracht zullen worden. En daarvoor wordt het lichaam van Christus geroe-
pen. De leden van dat lichaam zullen meewerken te midden van de heme-
lingen om die hemelse machten en krachten onder Zijn voeten te stellen.
‘Je kan zeggen: dat is het hemelse aspect van het geheimenis van Christus?’
Jawel. En dat aspect was in de vorige generaties niet bekend gemaakt
aan de zonen van de mensen zoals het nu onthuld werd aan Zijn heilige
apostelen en profeten. Iets daarvan –Zijn verheerlijkte positie boven- lees
je terug bij Petrus (die dat waarschijnlijk van Paulus hoorde). Maar de
volheid van dit geheimenis en wat de plaats van het lichaam van Christus
daarin is, daar wist Petrus niets van. Dat was uitsluitend en alleen aan de
apostel Paulus voorbehouden. Hij maakt dat bekend. Het is een enorme
grote genade dat wij dit mogen lezen en er iets van kunnen bevatten!