Het lot doet geschillen ophouden,
en maakt scheiding tussen de machtigen
Spreuken 18:18
In Israël besliste het lot (twee steentjes die geworpen werden)
in allerlei zaken. Hier in de Spreuk wordt verwezen naar de func-
tie die het lot kon hebben in ruzies over van alles en nog wat.
De vrede die eruit voortkomt is weldadig. Maar dan moesten
beide partijen ermee instemmen.
‘Dat was toch wat ze de ‘Urim en Tummim’ noemen?’
Dat vinden wij o.a. terug in Exodus 28:30. Een praktijk voor-
beeld lezen wij in Nehemia 7:65:
En Zijne Excellentie zei tegen hen dat zij niet van de allerheiligste
dingen mochten eten totdat er een priester zou aantreden
met de urim en de tummim.
Hier zien we dat het lot zelfs besliste of zij van de heilige dingen
mochten eten (altaar, tafel van de toonbroden). Zo zou het pas
op aanwijzen van Jahweh mogelijk zijn. Hij bestuurt hoe het lot
uitvalt.
‘Wij hebben toch de zekerheid, dat Hij ons leven in Zijn hand heeft?’
Dat kun je wel zeggen ja, als we even kijken naar Romeinen 8,
dan zien we dat Hij ons lijden kent en met ons meegaat door
alles heen, en het geweldige, dat niets ons kan scheiden van Zijn
liefde in Christus Jezus, dan staat het vast, dat heel ons leven,
met alle kleine en grote gebeurtenissen, niet afhangt van het
(nood)lot, maar in Zijn liefdevolle Vaderhand is!