Woord vandaag

‘Nu kijken we verder naar het waarom van de poel van vuur?’

Zoals we gisteren gezien hebben, zij er twee lijnen van waarheid te ontdekken.
De ene heeft te maken met onze daden als zondaren en het andere met ons zijn,
wie wij in onszelf zijn. Nu komen de werken van de ongelovigen aan de orde bij
de grote witte troon. Die zullen daar geoordeeld worden, daarover kun je lezen
in Romeinen 2:1-16, waar Paulus laat zien wat dat gericht precies inhoudt.

‘Dat is de grote witte troon. En daarna?’

Als dat gericht voorbij is, gaan de ongelovigen de poel van vuur in. Zij worden
daarin geworpen. Het gaat dan snel. Zij zullen nauwelijks voelen dat zij daarin
geworpen worden omdat zij vermoedelijk al dood zijn voordat ze iets voelen.
Dat is de tweede dood. De ongelovigen gaan daarin voor de tweede keer dood.
Het is dus absoluut geen andere vorm leven. En waarom dat is?

‘Ja ik vermoed wel iets. Dat heeft te maken met wie zij zijn?’

Het blijkt, dat de mens in zichzelf een zondaar is, een doelmisser. Maar ook een
vijand van God. Om dat kwijt te raken, komen ze in de tweede dood. Om de mens
te verlossen van wie hij in zichzelf is, moet hij eerst de tweede dood in. In het le-
ven van de gelovige op aarde is dat de bewustwording dat hij gezamenlijk met
Christus meegekruisigd is
. Dat is eerst een geestelijk leren begrijpen. Wij als ge-

lovigen rekenen ermee dat wij dood zijn voor de zonde. Resultaat van het kruis!
En wandelen in een nieuw leven, dat van Christus Jezus in ons!

Woord vandaag

‘Een enorm uitzicht. Gods plan kunnen we overzien, dankzij de apostel Paulus.’

Het is heerlijk, dat was de laatste zin gisteren, dat ieder uiteindelijk in de armen
van
 Vader terechtkomt. De weg ernaar toe gaat door de diepte van het gericht heen.

Dat is noodzakelijk. Sommigen vragen zich af, waarom nog de poel van vuur als het
kruis geweest is, waar alles is volbracht? De Zoon heeft toch heel die zonde op zich
genomen? Daarmee is immers alles voldaan?

‘Ja dat hoor je weleens, die vraag. Daar weet ik niet direct antwoord op te geven.’

We hebben een tweetal lijnen te onderscheiden, die we lezen. Bijvoorbeeld in Ro-
meinen 5, waar gesproken wordt over het sterven en bloed van Christus voor zon-
daren tot rechtvaardiging
en de dood van de Zoon voor vijanden tot verzoening.

De eerste lijn heeft te maken met de zonden, de daden. Wat een mens al dan niet
doet. De tweede lijn heeft te maken met een innerlijke houding, een gezindheid en
heeft te maken met wie de mens is.

‘De tweede lijkt wel dieper te gaan dan de eerste lijn.’

Dat is zeer zeker het geval. Daardoor komen we bij het antwoord op de vragen.
Meestal komt men in evangelieprediking niet verder dan dat Christus Zijn bloed
heeft gegeven voor de zonden van de zondaren. Maar dat is, hoe geweldig ook,
misschien nog niet de helft van de waarheid. Dat de Zoon dood ging voor de vij-
anden
is iets dat te maken heeft met het diepere innerlijk van God. Hij is de Vader

van de Zoon. En Zijn meest geliefde Zoon moest de dood in voor al die vijanden!

Woord vandaag

‘Bijzonder. Er zijn relatief denk ik niet zo veel gelovigen die zo diep het evangelie
mogen leren kennen.’

Ons past bescheidenheid, ootmoedigheid. We hebben geen enkele grond waarop
wij kunnen baseren dat wij zo gezegend zijn. Niets van onszelf. De enige basis is Gods
liefde, die het behaagde ons te roepen in Zijn onmetelijke genade. Overstromende
genade is ons deel. Er was niets aantrekkelijks in onszelf op grond waarvan God ons
zou roepen. Toch deed Hij dat.

‘Wonderlijk. Je komt er niet uit en het blijft verbazingwekkend.’

Uit alle volkeren roept Hij uit. Zonder onderscheid, zoals voorheen wel kon, maar
nu maakt het niet uit of je Jood of Griek bent, of slaaf of vrije, of Barbaar of Scyth.
Je achtergrond doet er in feite niet toe. Je bent nu in Christus Jezus, een gelovige en
heilige tegelijkertijd. We weten, dat dit slechts als gevolg van Gods werkzame lief-
de gebeurt. Die geest van God werkt in ons Zijn liefde uit. Zodat wij de ander kun-
nen liefhebben.

‘Waneer wij tekortschieten in liefde betonen, komt er dan straf?’

Dat zou zo in tegenspraak zijn met Gods liefde en genade voor de uitgeroepenen;
er bestaat immers geen veroordeling meer voor hen die in Christus Jezus zijn!
De veroordeling wacht hen die voor de grote witte troon gaan komen. Zij zullen
gericht worden en daarna in de poel van vuur geworpen worden. Dat is hun weg
om uiteindelijk in de armen van Vader terecht te komen. Wat heerlijk is dat!

Woord vandaag

‘Wat beoogde God dan met de wetgeving?’

Laten zien, aantonen, dat de wetten en geboden, op het vlees gelegd werden (zie bij-
voorbeeld Hebreeën 7:16  de wet van het vleselijk gebod), krachteloos waren. Waar-
door? Door het vlees. God liet daarmee zien, dat de wetten/geboden van Zijn Thora
het erger maakte. De zonde bleek bovenmate zondaar te zijn, door het gebod. De
geboden/wetten maakten de zonde tot een overtreding. En zelfs tot een krenking
van het hart van Degene die ze gaf.

‘Duidelijk werd, hoe erg het gesteld was met een mens.’

En dat diezelfde mens alleen door de kracht van de geest van God kan leven tot Zijn
eer. Dus wanneer een mens iets laat zien van ontferming, barmhartigheid, geduld,
trouw, etcetera, dan is dat uitsluitend te danken aan Gods geest en niet aan iets van
de mens zelf. Dat is een van de grote principes die de mens als gelovige zal leren in
de loop van de tijd. Sommige gelovigen zullen dit pas doorkrijgen als ze bij Hem zijn
na de bazuin van God.

‘Veel gelovigen wandelen als vijand van het kruis van Christus.’

Dat was in de dagen van Paulus al zo. Daarom valt te verwachten, wat te zien is in
de wereld vandaag, dat heel wat christenen zich precies hetzelfde gedragen als de
wereld. Het verschil is niet meer merkbaar en evangelie werd en wordt nauwelijks
verkondigd. Of men weet niet wat het evangelie inhoudt, of er wordt iets verkondigd
dat geen evangelie is. Laten wij dan Hem, Christus Jezus, dankbaar zijn voor Zijn ge-
nade, dat Hij ons Gods woord doet verstaan en wij daardoor écht leven. 

Woord vandaag

‘We hebben een diepgaand evangelie. Het kruis snijdt het oude af.’

Dat wordt ook in Kolossenzen 2 gezegd. Daar gaat het om de besnijdenis van Christus,
niet die van Jezus. Ook wij werden, net als Hij, op Golgotha met Hem en in Hem afge-
sneden. Het gaat om het afstropen van het lichaam van het vlees in Zijn besnijdenis.
Met andere woorden: het vlees waarin de zondemacht heerst, werd daar afgesneden.
Daar was de letterlijke besnijdenis een type van. Het grote belang voor ons is, dat wij
geestelijk verstaan, dat het oude voorbij is. Wij rekenen ermee.

‘Daar zit voor ons toch het bevrijdende geheim.’

We hoeven niet te strijden tegen het vlees met al zijn neigingen. Dat heeft geen zin.
We achten het als dood en negeren het in de kracht van Gods geest. Petrus heeft het
nog over de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen de ziel. Bij ons gaat het om
de inwonende geest van God, die ons kracht geeft om het nieuwe leven, Christus, uit
te leven en het oude af te leggen, in de praktijk.

‘Het vlees wil wel voortdurend de andere kant op.’

Het wil zich maar al te graag verzetten tegen de geestelijke invloed van de geest van
God in ons. Het is soms akelig taai en wil heel graag een van de lelijke koppen opste-
ken. Maar als wij in de geest en door Zijn kracht wandelen, krijgt het vlees geen kans.
Het beste is, in Gods kracht, het vlees te negeren. Dat kunnen wij dus niet onszelf. En
daar zat ook de enorme dwaling van de judaïstische dwaalleraren, die vanuit het vlees
zich aan de wet wilden houden. Dat is onmogelijk, zoals de lange geschiedenis van
Israël laat zien. Zij hadden geen zicht op wat God daarmee beoogde. Wij wel?