‘We hebben een diepgaand evangelie. Het kruis snijdt het oude af.’
Dat wordt ook in Kolossenzen 2 gezegd. Daar gaat het om de besnijdenis van Christus,
niet die van Jezus. Ook wij werden, net als Hij, op Golgotha met Hem en in Hem afge-
sneden. Het gaat om het afstropen van het lichaam van het vlees in Zijn besnijdenis.
Met andere woorden: het vlees waarin de zondemacht heerst, werd daar afgesneden.
Daar was de letterlijke besnijdenis een type van. Het grote belang voor ons is, dat wij
geestelijk verstaan, dat het oude voorbij is. Wij rekenen ermee.
‘Daar zit voor ons toch het bevrijdende geheim.’
We hoeven niet te strijden tegen het vlees met al zijn neigingen. Dat heeft geen zin.
We achten het als dood en negeren het in de kracht van Gods geest. Petrus heeft het
nog over de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen de ziel. Bij ons gaat het om
de inwonende geest van God, die ons kracht geeft om het nieuwe leven, Christus, uit
te leven en het oude af te leggen, in de praktijk.
‘Het vlees wil wel voortdurend de andere kant op.’
Het wil zich maar al te graag verzetten tegen de geestelijke invloed van de geest van
God in ons. Het is soms akelig taai en wil heel graag een van de lelijke koppen opste-
ken. Maar als wij in de geest en door Zijn kracht wandelen, krijgt het vlees geen kans.
Het beste is, in Gods kracht, het vlees te negeren. Dat kunnen wij dus niet onszelf. En
daar zat ook de enorme dwaling van de judaïstische dwaalleraren, die vanuit het vlees
zich aan de wet wilden houden. Dat is onmogelijk, zoals de lange geschiedenis van
Israël laat zien. Zij hadden geen zicht op wat God daarmee beoogde. Wij wel?