‘Apart weer, dit te lezen. Het is wel waar, maar hoe blijkt dit?’
De wegen van een man (Hebreeuws: iesj, niet: iemand) zijn voor
Jahweh welgevallig als hij wandelt naar de onderwijzing die Jahweh
gegeven heeft. zo werkte dat met Israël bijvoorbeeld in de tijd van
Richteren. Als het volk luisterde naar Jahweh en Zijn leiderschap
accepteerde, had het rust van de vijanden rondom. Zo niet, dan kwam
er weer bonje met bijvoorbeeld de filistijnen.
‘Ondanks dat wilde het volk toch een menselijke koning en dat werd Saul.’
Ze keken naar de wereld rondom en wilden net als de andere volkeren een
mens als koning en niet alleen Jahweh, geen theocratie meer, maar een
monarchie. We weten inmiddels hoe dat allemaal afliep met koning Saul.
Daarna kwamen David en Salomo, die ook zo hun eigenaardigheden hadden.
En nog later werd het rijk in tweeën verdeeld en kwamen er een hele serie
koningen van de twee en de tien stammen. Dat liep in de meeste gevallen
uit op ernstige afgoderij, afval van Jahweh.
‘Terwijl men heel goed wist dat men gezegend zou worden als men zich aan
de onderwijzing van Jahweh hield en dan zelfs rust van hun vijanden zou
hebben.’
En dat wat deze spreuk zegt. De wegen die wij gaan, hebben invloed op onze
innerlijke rust en vrede. Laten wij ons leiden door het evangelie, dan zullen
wij innerlijke vrede ervaren. De vrede van Christus in je hart, het is onbetaal-
baar en rijk!