Woord vandaag

12 januari 2020

‘Mooi zeg, Christus centraal.’

Zeker, Hij legde aan de apostelen en 
de Emmaüsgangers uit wat Hem sloeg
in de Thora, de profeten en psalmen.
Dat deed Paulus later ook, zie bijvoor
beeld Handelingen 17:1-3:

kwamen in Thessalonica, waar een sy-
nagoge van de Joden was. En Paulus 

ging naar zijn gewoonte bij hen naar 
binnen en drie sabbatten lang ging hij 
met hen in gesprek vanuit de Schriften; 
hij opende die en zette voor hen uiteen
dat de Christus moest lijden en opstaan
uit de doden; deze is de Christus, Jezus,
Die ik jullie verkondig

‘Dat moet geweldig geweest zijn.’

Zeker, in Handelingen 13:15-41 lees je 
hoe dat ging. Klip en klaar kregen zij te
horen dat Jezus hun Messias is. Naar 
het vlees kwam Hij uit Israël (de stam 
Juda) voort. In Psalm 4:2 lees je:

als ik roep verhoor mij, o God van mijn
gerechtigheid! In de benauwdheid hebt
U ruimte voor mij gemaakt, wees mij 
genadig en luister naar mijn gebed

Dat heeft Vader verhoord.

‘Ik vind dat indrukwekkend.’

Onze Heer Jezus kreeg kracht toen Hij
ernstig tussen de olijfbomen (Gethsé-
mané) Vader bad, onderschikte Hij aan 
de wil van Vader. En we lezen verder:

in vrede zal gaan ik liggen én inslapen,
want U alleen, Jahweh, doet mij veilig
wonen 
                              Psalm 4:9

In dit vertrouwen ‘sliep Hij in’: legde
Zijn ziel af en blies Zijn laatste adem
uit. Vader wekte Hem in de derde dag
op. Zijn vertrouwen (geloof) werd niet
beschaamd!

Woord vandaag

11 januari 2020

‘De Psalmen spreken van Hem.’

De eerste twee Psalmen hebben we
kort bekeken. Psalm 3 zegt:

Jahweh, hoe talrijk zijn mijn tegenstan-
ders; velen staan tegen mij op, velen 
zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen 
redding bij God
             Psalm 3:2,3

Deze woorden weerklinken veel later,
toen de Heer aan het kruis hing:

anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan
Hij niet verlossen…Hij heeft op God ver-
trouwd, laat Die Hem nu verlossen als
Hij Hem welgezind is

                             Mattheüs 27:42,43

‘Zo zie je Psalm 3 voor je.’

En ja, in vers 5 van deze Psalm lees je:

met luide stem riep ik tot Jahweh,
en Hij hoorde mij van Zijn heilige berg

Daarin hoor je hoe de Zoon riep vanaf
het kruis tot de Vader. En Vader hoor-
de Hem, ja verhoorde Hem. De Heer
riep dat Vader Hem verlossen zou. En 
dat deed de Vader! Hij wekte Hem op 
uit de dood, verloste Hem. Dat werd
duidelijk, toen Hij het graf verliet.

‘U zij de eer, opgestane Heer.’

Dat is het. De God en Vader van onze 
Heer Jezus Christus komt alle eer toe.
Hij heeft Hem opgewekt uit de doden 
en zo verlost. Dat is de hoop, verwach-
ting van heel de schepping. Alle men-
sen delen in dat heil, die redding
. Om-
dat Vader eerst Zijn Zoon verloste uit
de dood. Het is de Zoon van Zijn liefde
en dat op zich is al zo geweldig. In die
liefde is het al geschapen.  

Woord vandaag

10 januari 2020

‘Ook Psalm 2 over Christus?’

Jazeker, en dat wordt ook in onder
meer Handelingen bevestigd. Je leest:

de koningen van de aarde stellen zich 
op tegen Jahweh en tegen Zijn Gezalf-
de….Ik toch heb Mijn Koning gesteld 
over Sion, Mijn heilige berg; Ik zal van
het besluit van Jahweh bekendmaken:
Hij heeft tegen Mij gezegd: Jij bent 
Mijn Zoon, heden heb Ik jou verwekt
                                     Psalm 2:2,6,7

‘Dat spreekt van onze Heer.’

Ja, in Handelingen 13:32,33 haalt Pau-
lus deze Psalm 2 aan en zegt:

en wij verkondigen jullie de belofte die
aan de vaderen gedaan is, namelijk 
dat God die vervuld heeft aan ons, hun
kinderen door Jezus te verwekken,

zoals ook in de tweede psalm geschre-
ven staat: Jij bent Mijn Zoon, heden 
heb Ik Jou verwekt


Door heilige geest spreekt de apostel 
en zegt dat Psalm 2 over Hém gaat.

‘Geweldig dat Hij is opgewekt.’

Dat is een niet te ontkennen feit. Het 
is de kern van het evangelie. Omdat
Hij opgewekt is, zullen uiteindelijk al-
len leven. Net als in Adam allen ster-
ven worden in Christus allen levend-
gemaakt. Paulus schrijft verder:

want dit verderfelijke moet onverder-
felijkheid aandoen en dit sterfelijke
onsterfelijkheid aandoen
                          1 Corinthiërs 15:53

Dit moet zegt, dat dit zeker gebeurt.
Hij was eerst, allen moeten volgen,
tot eer van Zijn Vader.         

Woord vandaag

9 januari 2020

‘Alle Psalmen spreken van Hem.’

Dat begint in Psalm 1:

gelukkig is de man die niet wandelt in 
de raad van de goddelozen
die niet staat op de weg van zondaars
die niet zit op de zetel van de spotters
maar die zijn vreugde vindt in de on-
derwijzing van Jahweh

Dit gaat over de Heer. Zo was Hij toen
Hij op aarde wandelde. Door zo te le-
ven was Hij tot eer van Zijn Vader.

‘Ja Hij was uniek.’

Hij leefde volledig tot verheerlijking 
van Zijn hemelse Vader. En Hij dankte
Vader, toen Hij merkte dat de Vader
ogen en oren van mensen dicht hield:

Ik dank U, Vader, Heer van de hemel
en van de aarde, dat U dit voor wijzen
en verstandigen verbergt, maar het
aan onmondigen onthult
                                 Mattheüs 11:25

Dat was niet Zijn werk, maar dat van
de Vader. 

‘Bijna niet te bevatten, dit.’

Het verblind, doof zijn voor de waar-
heid is het werk van de Vader. Maar
het hart openen voor de waarheid is
óók Zijn handelen. En de Heer aan-
vaardt dat volledig:

‘Ja Vader, want zo was het een wel-
behagen voor U.’

                                Mattheüs 11:26

In het delen van Paulus’ evangelie is
dat ook voor ons leidend. Lydia’s hart
werd door de Heer geopend.

Woord vandaag

8 januari 2020

‘Vader leidt ons.’

Dat doet Hij door Zijn woord en door 
allerlei omstandigheden. Zijn uitspra-
ken blijven te allen tijde leidend en zó 
waar. In Zijn genade geeft Hij dat. Dat
hebben u, jij en ik nodig. Het evangelie 
van de genade en heerlijkheid van God 
dat Hij via Paulus onthult, geldt nú. En 
de geweldige dingen die we in de rest 
van het Woord lezen, zijn minstens tot
lering en opvoeding en onderricht.

‘Zoals Psalm 19.’

Ja, zo’n bijzondere Psalm, die je altijd 
onder de indruk brengt. Ja, en het is 
de God, AL, de Onderschikker, Die je 
hart verheugt. En – de opening van Uw
woorden verspreidt licht. Psalmen ge-
tuigen van onze Heer Jezus Christus.

Toen zei Ik: zie! Ik kom, in de boekrol is
over Mij geschreven. Ik vind er vreugde 
in, mijn God, om Uw welbehagen te 
doen; Uw onderwijzing (wet) draag Ik 
diep in mijn binnenste.   
 Psalm 40:8,9

‘Ja, fijne woorden.’

Hij legde aan de Emmaüsgangers en 
de elf apostelen uit: al wat in de Wet, 
de Profeten en de Psalmen 
op Hém be-
trekking heeft (Lucas 24:44). Dat is erg 
veel. Zo is door Hebreeën 10:5-9 deze 
Psalm 40 in de mond van onze Heer ge-
legd. En: alle Psalmen spreken van Hem 
als de grote Losser, de Goël, Die kwam.
Laten we met grote eerbied luisteren:
kostbare woorden uit de Psalmen, die
spreken van Hém.