Woord vandaag

‘Zeg, die rangorde van 1 Corinthiërs 15:23-27, kun je daar iets meer
van zeggen?’

Als we eerst naar vers 23 kijken, kunnen we rustig in een opbouw het
stukje nalopen. In vers 23 staat, dat Christus als eersteling levendge-
maakt is. Het woord ‘eersteling’ (Grieks: aparchè) is een woord dat met
de oogst te maken heeft. De typen van Leviticus 23 maken duidelijk,
dat de eerstelingsgarve een aanwijzing is, dat de rest van de oogst komt!

‘He, dat is mooi, dus in de Thora was het denken aan de hele oogst al
aanwezig?’

Ja, het zou een geweldige studie zijn, als je de feesten van Jahweh be-
studeert en wat die typologisch te betekenen hebben. Machtig!
Het is één groot evangelie in feite.
Dat is wat Paulus hier bekendmaakt. De eersteling van de oogst is met
met grote afstand de belangrijkste: Christus. Hij is de eerste van de
rangorde, en zo hoort het ook!

‘Alles draait om Hem in de Schrift he.’

Zeker! Het getuigenis van Jezus is de geest van de profetie, zegt de
apostel Johannes in Openbaring. Alle typen wijzen op Hem. Alle
profeten, priesters en koningen wezen naar dé Gezalfde.
Daarom kun je hier niets anders verwachten dan dat Hij de eerste
van de rangorde van levendmaking is!

‘In Hem zullen allen levendgemaakt worden, staat in vers 22.’

Omdat Hij al levendgemaakt is, is het slechts een kwestie van tijd dat
de rest van de mensheid gaat komen. Het moet met name voor onze
Vader en Zijn zoon iets geweldigs zijn, dat het allemaal gaat gebeuren!

Woord vandaag

‘Mooi evangelie mogen we kennen. Er worden wel bezwaren tegenin gebracht.’

Bedoel je nu tegen 1 Corinthiërs 15:22? In Adam allen sterven en in Christus
allen levendgemaakt worden?

‘Men beweert dan, dat je wel eerst in Christus moet zijn, met andere woorden:
je moet wel geloven!’

Ja, een bekend gegeven. Men zegt dat het gaat om gelovigen, degenen die in
Christus zijn, nu, door geloof. We moeten toch heel scherp lezen. Er staat niet:
‘allen, die in Christus zijn’, maar ‘…in Christus allen…’ .  Dan trekt Paulus een
prachtige parallel. De hele mensheid wordt eerst in Adam gezien, de oude
mensheid, die is stervende.
Diezelfde mensheid (alle mensen) worden daarna in Christus gezien, en
aangezien Hij is levendgemaakt, zal dat uiteindelijk de hele mensheid (alle
mensen) overkomen.

‘Akkoord, maar kun je een voorbeeld noemen, waar letterlijk ‘in Christus
zijn’ wordt genoemd?’

Bijvoorbeeld een prachtige tekst uit 1 Corinthiërs 1:30 :

‘Maar uit Hem zijn jullie in Christus Jezus, die voor ons is geworden wijsheid
van God en gerechtigheid, heiliging en verlossing’

In deze tekst wordt van de gelovigen gezegd dat zij in Christus Jezus zijn. In
de grondtekst worden de mensen vóór ‘in Christus Jezus’ genoemd mét het
woord ‘zijn’.
In onze tekst 1 Corinthiërs 15:22 worden ‘allen’ ná ‘in Christus’ genoemd.
Dit is een duidelijk andere volgorde, waarbij het om vaststelling van iets anders
gaat.

‘Ja zo is het wel duidelijker, als je de andere tekst uit 1 Corinthiërs 1 er naast ziet.’

Ook het tekstverband in 1 Corinthiërs 15 is anders. Daar gaat het om de gevolgen
van de opstanding, opwekking en levendmaking van Christus. Dat werd door
sommigen betwijfeld. Paulus laat de onzinnigheid van dat denken zien en laat de
gevolgen zien van het feit dat Christus ís opgewekt en levendgemaakt.
Állen zullen levendgemaakt worden! En dat in een zekere rangorde!

Woord vandaag

‘Dat was gisteren nogal moeilijk te begrijpen wat die Karl Barth schrijft.’

Het is een bijzonder getuigenis van wat Romeinen 5:18 zegt. Hij geeft aan,
dat Christus de nieuwe mens is en dat in Hem de hele nieuwe mensheid
gerechtvaardigd is. Hij benadrukt, dat het om alle mensen gaat en beperkt
het niet tot allen, die nu geloven. Zijn uitleg is gewoon wat er staat; in Adam
alle mensen onder dood en veroordeling, in Christus alle mensen gerecht-
vaardigd tot het leven.

‘En hij was professor, hoogleraar?’

Ja, hij leidde dus mensen op om predikant, theoloog te worden. Hij heeft
grote invloed gehad en werd uiteraard door de orthodoxe christenen fel
bestreden. In navolging van Luther had opnieuw de Romeinenbrief een
enorme invloed op het hart en het denken van Karl Barth, die deze brief
tot drie keer toe heeft bestudeerd en uitgelegd. Op basis van Romeinen
5:18 (onder andere!!) zei hij, dat Gods redding zich uitstrekt tot alle mensen.

‘Een eerlijke, gelovige theoloog dus.’

Dat kun je helaas niet van alle theologen zeggen. Die zijn er vaak heel
goed in ontsnappingsroutes verzinnen om onder het woord van God
uit te
komen. ‘Ja, dat staat er wel, maar dat moet je anders zien’. Of men
zegt van iets dat letterlijk zo bedoeld is, dat het symbolisch opgevat
moet worden. En andersom.

‘Ik voel m aankomen, de slang was daar goed in?’

Precies! Hij zei met zoveel woorden tegen Maninne: ‘Ja dat heeft God
wel gezegd, maar….’ En uiteindelijke draaide hij om wat God had gezegd
en ontkende glashard dat de mens zou sterven. Spiritisten en vele chris-
tenen ontkennen dat ook. Zij zeggen in navolging van de slang, dat de
mens niet echt sterft, maar dat dood eigenlijk leven is. Het evangelie is:

Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen
levendgemaakt worden.
1 Corinthiërs 15:22

Opmerkelijk

Christus is echter het nieuwe onderwerp, het Ik van de komende wereld.
Dit Ik is drager, ontvanger en openbaarder van goddelijk rechtvaardig
spreken, goddelijk uitverkiezen.: ‘Deze is Mijn geliefde zoon, in wie Ik
welbehagen heb!’ Niet eerder gezien, niet eerder voorgekomen, niet
eerder gegeven is ook deze aanprijzing van de Mens, de inzet van de
uit de stam van David geborene. En dat tot zoon van God door de kracht
van de opstanding (Romeinen 1:3,4). Vlees en bloed kan dat niet open-
baren. Vanuit het geheimenis van de goddelijke voorbestemming komt
ook hier het erkennen en dat wat erkend wordt naar voren. En dat wordt
tot een overwinnend superieure bedoeling van de totale menselijke ge-
schiedenis.
Met dit rechtvaardig spreken in Christus is echter ook vastgesteld: ‘voor
alle mensen
de rechtvaardiging, die het leven is‘. Dat is de fundamentele
ontkenning van alles wat ontkennen wil, de dood van de dood, de vernie-
tiging van alle hekken, het doorbreken van alle banden, het bekleed worden
van de mens met ‘het gebouw uit de hemelen’ (2 Corinthiërs 5:2).
Onlosmakelijk met dit rechtvaardig spreken verbonden is voor alle mensen
de dood verzwolgen in de overwinning (1 Corinthiërs 15:54), het sterfelijke
verzwolgen door het leven (2 Corinthiërs 5:4).
Christus, opgewekt uit de doden, sterft niet meer, de dood heerst niet meer
over Hem (Romeinen 6:9). Onlosmakelijk verbonden met dit rechtvaardig
spreken is het nieuwe, het eeuwige onderwerp van alle mensen geschapen
(Romeinen 5:18).

Uit: Der Römerbrief (2e druk, 1922), Karl Barth, blz.174, naar aanleiding van
Romeinen 5:18.

Debat over Mattheüs 25:46

‘….en dezen zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen
in het eeuwige leven….’      Mattheüs 25:46 (hSV)

Gisteravond sprak Wim Hoogendijk naar aanleiding
van Mattheüs 25:46 en ging in debat over dit omstreden vers.

Nadat Wim helder uitlegde wat dit gedeelte betekent, namelijk dat het gaat om
een gericht over volkeren en niet over individuele mensen, en dat het begrip
eeuwig in vers 46 niet eindeloosheid betekent, ontstond na de pauze een soms
pittige discussie over de betekenis van dit gedeelte in verband met Openbaring
20, mede gezien Mattheüs 25:41. Een boeiende avond waarin opnieuw gespro-
ken werd over en vanuit het ‘evangelisch universalisme’, een mooie uitdrukking
over iets waarover steeds meer in evangelisch Nederland gesproken wordt!