‘We hebben een grote toekomst, dat geeft nu kracht.’
Het is een bekend gegeven, dat als een mens geen hoop meer heeft, hij eigen-
lijk niet verder kan leven. Daarom is de God die wij mogen kennen, de God en
Vader van onze Heer Jezus Christus, de God van de verwachting. Zo noemt
Romeinen 15:13 Hem. En Hij vervult ons met vreugde én vrede in het geloven.
En dan vloeien wij zelfs over van verwachting, in de kracht van heilige geest.
‘Ja, fijn. God richt mij steeds op, dan verwacht ik het weer van Hem.’
We vestigen dan ook alle verwachting op God, die door Zijn geliefde Zoon
zal ingrijpen op de juiste tijd. Tot die tijd leven wij in geloof, verwachting en
liefde. De laatste is de grootste, want die gaat nooit voorbij. De Heer Jezus
Christus is het centrum van onze verwachting, Hem verwachten wij immers
uit de hemelen (1 Thessalonicenzen 1:9,10)!
‘Hier word ik blij van. Van binnen.’
We verwachten het van Hem. Hij zal altijd doen boven bidden en boven
ons denken uit. Dit is het goede nieuws, dat wij van Hem horen uit het
Woord. Hij doet wat Hij gezegd heeft. Al Zijn beloften zal Hij waarmaken.
We zijn in alles van Hem afhankelijk, Hij zei al tegen Zijn discipelen:
Zonder Mij kunnen jullie niets doen. Hoeveel temeer geldt dat voor ons!