‘Boeiend, te kijken naar wat zonde volgens de Schrift is.’
In feite is al wat afwijkt van een wetmatigheid of norm zonde. Toch
-en dat lijkt merkwaardig- is de zonde niet absoluut, maar iets, dat
relatief is. Een voorbeeld zal dit kunnen verhelderen.
Wanneer iemand iemand anders om het leven brengt, en dat met op-
zet, dan geldt dat als zonde. Ook voordat de 10 woorden aan Israël
gegeven werden. Toen Kaïn zijn broer doodde, was dat zonde.
‘Je zult niet doden, zegt de Thora dan.’
En nu komt het punt waarom zonde relatief is, en niet absoluut. Het
gaat daarbij om de overheid, het menselijk bestuur. Na de grote vloed
bij Noach stelde God in, dat de mens kon regeren over de andere men-
sen, een menselijk bestuur kon vormen. En daarbij werd autoriteit aan
die overheid gegeven, welke? Onder andere gaat het om het kunnen
terechtstellen van misdadigers, moordenaars zoals Kaïn. Hetzelfde ge-
beurt: iemand wordt door anderen gedood. Maar in het ene geval is
het wel zonde, in het andere niet.
‘De omstandigheden zijn anders.’
Dat is waar het om gaat. Dat iemand iemand anders doodt, hoeft niet
te allen tijde zonde te zijn. Niet zo lang geleden keken we naar het voor-
beeld uit de Thora, dat het ijzer van een bijl schiet en iemand anders het
hoofd raakt en doodt. In dat geval heeft de houthakker geen zonde, hij
doodde de ander niet met opzet. Hij kon er niets aan doen. Dan hebben
we een tweede voorbeeld, dat dezelfde daad geen zonde hoeft te zijn.
Zonde houdt verband met de situatie waarin die plaatsvindt.