Woord vandaag

‘Ik ben meer met Johannes 3:16 bezig, het gaat
meer
leven.’

Goed om te horen. Je ziet, dat die tekst echt gaat
spreken 
als je weet in welk verband die staat en
wat de 
bedoeling ervan is.

‘Dat eeuwig leven, het moet gaan om leven in het
koninkrijk van 
God op aarde. Dat kan niet anders.

Het woord, dat met eeuwig is vertaald, is aioonion
(Nederlands: eonisch) en dat
heeft altijd met tijdper-
ken te maken. Het
  woord eeuwig is
strikt genomen
‘behorend tot de eeuw’.
De Bijbel kent vijf 
tijdperken of eeuwen (eonen).

Hieruit volgt, dat het eeuwige leven betekent: leven
in de eeuw/aioon/eon op aarde, in het koninkrijk van
God. De gelovige van nu heeft deze toekomst niet;
voor de leden het lichaam van Christus wacht een
toekomst met Hem te midden van de hemelsen!

‘Ja geweldig, zo begrijp je wat je leest. En de ver-
warring is: men denkt dat
 Johannes 3:16 over het
naar de hemel gaan spreekt.’

Dat terwijl het woord ‘hemel’ niet genoemd wordt.
De Heer spreekt juist over aardse dingen (vers 12),
dat geloofden de meeste Joden niet. Daarom kun
je niet anders: het gaat hier om het aardse koninkrijk
van God. Over de Heer wordt ook gesproken als
‘de Zoon
des mensen’, de Ben-Adam, die alle rech-
ten op het 
koningschap over de mensheid heeft.

‘En hoe ziet dat aardse koninkrijk er dan uit? Hoe
lang
duurt dat? Wanneer begint het?’

In elk geval duurt het op de oude aarde 1000 jaren,
zie Openbaring 20:1-7. Daarna komt een nieuwe
aarde, ook dat 
is het koninkrijk van God.

Woord vandaag

‘Wel opmerkelijk, dat een tekst waarmee zoveel
evangelisatie 
gedaan wordt, (Johannes 3:16)
zo anders kan zijn dan je denkt.’

Ja we zagen gisteren, dat in de tekst niet eens
eeuwig verloren staat. Overigens kun je nog
meer vragen aan deze bekende tekst stellen.
‘Behouden worden’? Waarvoor dan? Wat is de
zegen die je ontvangt? Eeuwig leven.
Betekent dat: voor altijd zonder einde leven?

‘In elk geval heb ik gisteren die tekst nog eens
gelezen. Daar staat niet, dat je een keuze moet
maken.’

Je komt wel gelooft tegen, dat is geen werk.
Integendeel. Heb je naar het tekstverband gekeken,
om de tekst heen gelezen?

‘Ja de Heer Jezus is met Nicodemus in gesprek.
Opnieuw geboren worden, het koninkrijk van God
binnengaan.’

De Heer is ’s nachts met Nicodemus, de leraar
van Israël, in gesprek. Het gaat om ingaan in het
koninkrijk van God. 
Dat zou volgens Daniël 2:44
uit de hemel op aarde komen. Een grote steen
zou gaan rollen en
alle andere koninkrijken verplet-
teren. Vers 7 spreekt van het opnieuw geboren
worden van Israël (jullie), als dat gebeurt, gaan zij
het koninkrijk van God in. En het is een werk van
de geest van God. Dat had Nicodemus kunnen
weten uit onder meer Ezechiël 37.

‘Johannes 3:16 gaat over dat aardse koninkrijk
van God.’

Niet over het naar de hemel gaan. Deel hebben
aan 
dat koninkrijk is aan de orde. God roept nu
het lichaam van Christus. Dit lichaam heeft een
hemelse –
geen aardse- bediening. Israël is het
volk van
God op aarde, heeft daar een toekomst,
een aardse bediening. J
e kunt Johannes 3:16 niet
in deze 
tijd waarin wij leven, toepassen. De tekst
spreekt over de grote liefde van God -tijdloos. D
ie
liefde gaat door tot alles op Zijn 
plaats is gekomen.

Woord vandaag

‘He, ik merk, dat mijn eigen denken soms in de weg zit.
Ik wil graag Zijn woord begrijpen. Ik denk dan dat iets
zo is, en het blijkt anders te zijn’.

En hoe zou dat zo komen denk je?

‘Je gaat uit van wat je van je ouders hoorde, of in de
zondagsschool, in de kerk, of wat mensen zeggen.
Als ik bijbelstudie hoor of zelf ga onderzoeken, blijkt
anders.’

Noem eens een voorbeeld.

‘Mensen denken dat het rechtvaardig is van God,
dat Hij de gelovigen eeuwig leven geeft en de on-
gelovigen voor eeuwig verloren laat gaan.’

Ja, dan hoor je: ‘God is liefde, maar Hij is ook
rechtvaardig’. En dus moeten de ongelovigen voor
altijd de straf op hun ongeloof of afwijzen van de
Heer Jezus Christus dragen. Men zegt, dat ze kan-
sen hebben gehad, en die niet grepen. Ze hadden
moeten kiezen voor Jezus.

“Zo wordt het gezegd. Ik heb daar niet altijd een
goed weerwoord op. Als ze met teksten aankomen.’

Je merkt dat men afgaat op anderen en men plukt
losse teksten uit het verband waarin ze staan. Men
vergeet tekstverband mee te nemen.
In Johannes 3:16 staat:

‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij
Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een
ieder, die in Hem gelooft niet verloren ga, 
maar
eeuwig leven heeft’.

Lees je dit met de gedachte van: hemel of hel, be-
houden of 
verloren, dan laat je de tekst buikspreken.

‘Buikspreken? Hoezo dan?’

Je hebt met Gods woord te doen en dan kun je niet
alleen oppervlakkig lezen, maar is het vragen stellen
aan de tekst een goede manier om er verder mee te
komen. Wat betekent: ‘alzo’? God ‘heeft liefgehad’?
‘Gegeven heeft’?

‘Nou het is toch simpel? God gaf Zijn Zoon Jezus en
die stierf aan het kruis, en als je voor Hem kiest ben
je behouden en anders ga je voor eeuwig verloren.
Dat betekent het toch?’

Ja, je gaat nu wel erg snel hoor. Let eens op wat je
nu net zei.

Wordt hier over Zijn dood aan het kruis gesproken?
Wordt het woord ‘kiezen voor’ in de tekst gebruikt?
Wordt in de tekst gezegd dat je voor eeuwig verloren
gaat?

‘Ehhhh…op alle drie vragen die je stelt aan de tekst
moet ik 
‘nee’ antwoorden.’

Zo zie je maar, hoe de tradities van mensen over zo’n
bekende tekst heen kunnen liggen.

Het ‘alzo’ heeft te maken met het karakter van Gods
liefde. De nadruk ligt niet op: mensen die geloven
worden behouden, maar op het geven van Zijn enig-
geboren Zoon. Daaruit blijkt Zijn liefde! God gaf -bij
wijze van spreken- de hemel leeg toen Hij Zijn geliefde
Zoon niet spaarde. En de grondtekst zegt niet heeft
liefgehad
 maar heeft lief! Zijn liefde is een feit en niet
aan tijd gebonden. Ditzelfde zie je ook in het gegeven
heeft
; het is: geeft.

‘Oke, het wordt al een beetje duidelijker nu. Wel mooi,
dat Gods liefde niet aan tijd gebonden is.’

 

Woord vandaag

‘De Zoon is de Bouwer.’

Dat is Zijn activiteit. Hij bouwt aan de
schepping, een geestelijke opbouw.
Uiteindelijk zal de definitieve Beth, het
nieuwe huis van God, daar zijn. Dat is
de nieuwe schepping, waarvan de ge-
meente in de geest nu al deel van is.

‘Wat is dat geweldig.’

Eén van de (vele) hoogtepunten van
Efeziërs is het einde van het tweede
hoofdstuk. Daarin schrijft de apostel,
dat de gemeente gebouwd wordt tot
woonplaats van God, in (de) geest.
Dat is de nieuwe situatie, geestelijk
gezien, van het lichaam van Christus.

‘De Zoon bouwt dat op?’

Het is Zijn lichaam, Hij voedt en koes-
tert de gemeente. Hij verstrekt voed-
sel; bouw op en geeft groei tot vol-
wassenheid. De gemeente wordt al
in 1 Corinthiërs 3 vergeleken met de
tempel, de woonplaats van God. Als
eerste -na de Zoon- maakt God door
Zijn geest woning (Beth) daarin.

‘Daar denk ik vaak over, ja.’

De Zoon en de gemeente zullen inge-
zet worden in de komende eonen om
de hemelse machten tot onderschik-
king te brengen. Zo wordt ook daar
gebouwd aan de woonplaats van God,
tot Vader alles in allen is.