Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

29 maart 2018
‘We zijn gezegend.’

Rijkdom, geestelijk gezien. Dat is het
ware, want aardse rijkdom is het niet.
Wanneer we voedsel, kleding en on-
derdak hebben, is het genoeg. Paulus
geeft dat in 1 Timotheüs 6:7,8. Onder-
dak vermeldt hij daar niet eens, want
hij was zelf vaak op reis en had geen
vaste verblijplaats. Wij zijn eraan ge-
wend dat wel te hebben. Extra luxe.

‘We zijn snel ontevreden.’

Als we ‘eisen stellen’ boven dat strikt
noodzakelijke is dat beschamend. Het
is godsvrucht met tevredenheid, dát is
een groot kapitaal. We hebben niets in
de wereld gebracht toen we geboren
werden; we kunnen ook niets uit mee-
nemen als we overlijden: 1 Timotheüs
6:7 en Psalm 49:17,18 zijn duidelijk.
Ware rijkdom is geestelijk, in het evan-
gelie van Paulus te vinden.

‘Uitzicht dat niet verveelt.’

Nee, daar raak je nooit op uitgekeken.
We hebben geen enkele garantie voor
dit leven, hier en nu. Wat wel vastligt
en zeker is, is de toekomst die God ons
geeft te midden van de hemelsen. We
vertellen daar aan de hemelingen ons
genade-verhaal. Wat God deed en doet
en brengen hen tot onderschikking; via
de gemeente is Gods methode daar.

In dit bijzondere hoofdstuk zien we het Lammetje
op de berg Sion staan. Met 144000 uit Israel. 
Al met al een boeiend visioen, wat Johannes zag.
Is de berg Sion een symbolisch voor de hemel?
Zo ja, zijn die 144000 dan in de hemel? 
Dat en meer kwam aan de orde: deel A en deel B

28 maart 2018
‘God kende ons tevoren.’

Hij weet tevoren wat je leven zal zijn,
van dag tot dag. Niets verrast Hem. In
de woorden van de profeet lezen wij,
dat Hij vanaf het begin het einde ver-
kondigt. Niets ontsnapt aan Zijn aan-
dacht. Al valt een mus of een haar van
ons hoofd op aarde, Vader weet het.

‘Ook, dat Zijn Zoon zo zou lijden?’

Hij had bij monde van de Psalmisten
voorzegd wat het lijden van de Mes-
sias zou zijn, en de heerlijkheid daar-
na. Bekend zijn 22 en 69, om enkele
te noemen. Maar ook in de profeten
zien we het lijden van Messias Jezus
staan. En de heerlijkheid van de ko-
mende 1000 jaar op aarde.

‘De Schriften gaven het al aan.’

Dat waren geen mensen die zomaar
in de toekomst konden kijken. Nee,
door heilige geest geleid konden zij
zo schrijven. Melchizedek was pries-
ter van de allerhoogste God, Bezitter
van hemelen en aarde. Nadat Abram
de koningen had verslagen en Lot be-
vrijd, bracht hij brood en wijn. Teke-
nen van overwinning, leven en vreug-
de; in type verwijzend naar wat de
gelovige ervaart door Zijn werk!

27 maart 2018
‘Kruis + opstanding = evangelie.’

Zegt Paulus in 1 Corinthiërs 15:1-4.
Het is allemaal in overeenstemming
met de Schriften. De Messias moest lij-
den, daarna de heerlijkheid. Zoals de
Heer dat Zelf onderwees aan Emma-
üsgangers. De feiten van Zijn dood,
begrafenis en opstanding; ze zijn er.
Thomas twijfelde, maar de Heer nam
zijn ongeloof weg.

‘God geeft geloof.’

Natuurlijk! Het zou dan ook gepredikt
worden, want geloof is uit het horen.
De Heer zei in die opperzaal:

gelukkig diegenen, die niet zien
en geloven                Johannes 20:29

Die mensen die in de tijd van genade
leden van het lichaam van Christus zijn,
vallen onder deze uitspraak.

‘Vertrouwen op God, dat is het.’

Betrouwbare woorden zijn op bijzon-
dere wijze overgeleverd aan ons. Daar
kunnen wij volledig op aan. Geloof de
woorden van God. God vertrouwen op
Zijn woord. Hij vraagt dat niet, dat wij
dat moeten doen of produceren. Nee,
Hij geeft dat in ons, in elke gelovige.
God kent je tevoren, bestemt je tevo-
ren, roept, rechtvaardigt en verheer-
lijkt. Wie? Alle leden van het lichaam.

26 maart 2018
‘Binnenkort goede vrijdag.’

Ook Pasen, maar dat is de kerkelijke ka-
lender. Het hele jaar door kunnen wij de
dood en opstanding van Christus geden-
ken. Het is die allesbeslissende daad, het
volkomen toereikende werk, dat alles te-
rug zal brengen naar de Vader. Het kruis
heeft daar gestaan, 2000 jaar geleden,
bij Jeruzalem, op Golgotha.

‘Dat is een feit.’

Hij, de Heer Jezus Christus, werd begra-
ven en in een nieuw graf gelegd. Hij was
bij de rijke in Zijn dood (Jesaja 53:9). Iets
van de heerlijkheid die het op zal leveren
blijkt daar al uit. Het zijn de eenvoudige,
historische feiten. Op de derde dag werd
Hij ook opgewekt. Door de heerlijkheid
van de Vader. Ook dat is een feit. Niet te
missen, Hij ging de discipelen voor naar
Galilea. Daar werd Hij gezien door meer
dan 500 broeders tegelijk (1 Corinthiërs
15:6). Wat wil je meer aan bewijs?

‘Wat is dat toch geweldig.’

Nu de Eersteling is levendgemaakt, is de
garantie afgegeven, dat heel de oogst zal
komen. Allen zullen levendgemaakt wor-
den (1 Corinthiërs 15:22). Er zal uiteinde-
lijk niemand ontbreken. Wat een evange-
lie! Er is geen hel. God zij dank niet. God
is Redder van alle mensen. Dat zou van
de daken geroepen worden. Timotheüs
zou dit bevelen en leren, wij ook.