Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

4 mei 2018
‘De wet leidt tot ruzie?’

De wet op zich niet. Punt is: het vlees
van de mens kan (onder zonde) de wet
niet houden. Wet opleggen leidt onher-
roepelijk tot rivaliteit tussen mensen
die onder die wet(ten) leven. Daarom
wijst de apostel op de akelige werken
van het vlees in Galaten 5:19-21. Het
zeer bedenkelijke rijtje noemt óók:
vijandschappen, veten, twist, ijver……
partijschappen, onenigheden, sekten,
afgunst.

‘Dat heb je onder de wet?’

Onder wet of in een wettische sfeer
worden deze dingen versterkt. Natuur-
lijk komen ze overal voor, alleen in wet-
tische christelijke sfeer heb je dit aan
de orde van de dag. Hoe wettischer
een kerk/gemeente, hoe vaker dit alles
voorkomt. Het tegenmiddel van God is:
Zijn genade.

‘Dan heb je andere sfeer?’

Zeker. Dat ontspant. Dan kan niet ie-
mand iets aan anderen opleggen. En
alleen het woord van Gods genade
via Paulus is leidend. Daar kunnen we
ons als gelovigen naar richten. De fun-
ctie van evangelisten, herders en leraars
is: het evangelie van Paulus uitleggen,
steeds weer. Dat woord van genade
zou praktisch gezien uitlopen op: een
ontspannen klimaat, waarin je elkaar
kunt ont-moeten.

3 mei 2018
‘Lastig om bij genade te blijven.’

Daarom voeden we ons steeds weer
met de woorden van het geloof en het
uitstekende onderricht. Gelovigen we-
ten waar dat te vinden is. Want de ge-
nade van God is verschenen: redding
voor alle mensen. (Titus 2:12) Deze di-
sciplineert (voedt op). Niet door mid-
del van straf, maar door bemoediging.

‘We staan in vrijheid.’

Waar de geest van de Heer is, is vrij-
heid. Geen opgelegde regels, religie is
dan niet aan de orde. Zijn geest werkt
ook het genade schenken onder gelovi-
gen. Zodat zij elkaar vrij laten en niet
betuttelend optreden. Geest van God
werkt door het woord. En leidt ons in
gedrag dat tot Zijn eer is.

‘Geen dwang, je wil het.’

Van binnenuit werkt Zijn liefde door
je heen, ook naar de ander. Dan erva-
we als gelovigen de genade. God zet
ons op die plaats waar Hij ons hebben
wil; dan is het goed. Bij de Korintiërs
waren de rustverstoorders binnenge-
drongen; men bracht wet, wetticisme
wat altijd resulteert in strijd, onderling
uit elkaar gedreven worden. Dat komt
direct naar voren waar de genade van
God losgelaten wordt.

2 mei 2018
‘Blijft mij boeien, die genade.’

We raken er nooit op uitgekeken. Het
zou waanzin zijn om te zeggen: ‘Ja nu
zijn we wel lang genoeg met die gena-
de bezig geweest. Nu gaan we naar de
wet.’ Dat gingen die Galaten wel, en
Paulus reageert buitengewoon fel:

O onbezonnen Galaten, wie betovert
jullie, aan wie Jezus Christus tevoren
voor ogen gesteld werd als gekruisigd?
                                         Galaten 3:1

Zij werden van de genade van Christus
afgekeerd. Zij lieten zich overplaatsen
(Galaten 1:6).

‘In Asia nog meer, later.’

Zoals we enkele dagen geleden opge-
merkt hebben vanuit 2 Timotheüs 1:15,
dat allen in Asia van de apostel (en zijn
evangelie) afgekeerd werden. Er waren
geestelijke machten aan het werk; die
misleidden de gelovige. Zo lieten de Ga-
laten zich overplaatsen naar een ander-
soortig evangelie. En dat is geen evan-
gelie; dat is verwarring.

‘Genade +.’

Zodra iets aan de genade van God toe-
gevoegd is, is dat geen genade meer.
Dat overplaatsen en afkeren is het re-
sultaat van verspreiding van wind van
onderricht. Genade + werken, genade +
wet, kortom: niet langer genade alleen.
Al wat afwijkt van Paulus’ boodschap is
onder anathema. Er ligt een ban op; en
dat blijkt uit: schijnvrucht, de mens in
plaats van Christus centraal, werken
van het vlees. We zouden steeds toet-
sen aan zijn evangelie om te constate-
ren of het zuiver is.

1 mei 2018
‘We zijn geliefd.’

De liefde van God gaat allen aan, en
de gemeenteleden weten dat – als
het goed is. Gods genade is hoogste
uiting van Zijn liefde. Leden van het
lichaam van Christus ondervinden die
liefde het eerst. Wanneer de bazuin
geklonken heeft is de periode van o-
verstromende genade voorbij. Dan
is het evangelie van de besnijdenis
weer aan de orde.

‘Met voorwaarden.’

Tijdens de toekomstige periode van
gerichten zal toegang tot het konin-
krijk met voorwaarde zijn. Men zal
niet het beeld van het beest mogen
aanbidden. Leden van het volk Israël
zullen moeten volharden tot het ein-
de om in te kunnen gaan. Ook in de
evangeliën geeft de Heer meerdere
dingen aan. De nauwe poort die tot
het leven (in de komende eon) leidt.

‘Geen overstromende genade.’

Het zal een andere tijd zijn dan deze
unieke tijd van genade. Dit is een on-
derbreking in Gods weg met Israël als
leidend volk. Tijdelijk is de priesterlij-
ke functie van het volk niet aan de or-
de en zijn zij evenmin koningen. Deze
tijd is -vanaf Paulus’ roeping- een spe-
ciaal beheer (huishouding) dat nog
niet bekend was gemaakt. Het gehei-
me beheer (Efeziërs 3:9)!

30 april 2018
‘Vergeving in koninkrijk.’

Letterlijk is dat: (van)af laten (gaan).
Romeinen 3:21-26 zegt, dat God de
zonden die eerder begaan waren,
liet gaan. Daarmee waren ze dus nog
niet weg; offers moesten steeds ge-
bracht worden. Verwezen naar Hem
Die het ware beschermdeksel is. Zijn
dood en opstanding waren voldoende.
Hij werd tot zonde/zondoffer gemaakt.

‘God was verdraagzaam.’

En liet de gevolgen van zonden gaan
Romeinen 3:25 zegt: dat was onder
de verdraagzaamheid van God. Defi-
nitieve reiniging van zonden gebeur-
de door het bloed (lijden) van Chris-
tus. De verzoening met God door de
dood van de Zoon heen. Dat zijn as-
pecten van het evangelie van Paulus.
Onbekend onder de periode van de
wet (Torah).

‘Ik ben er erg dankbaar voor.’

Daar hebben we alle reden toe. God
is liefde; de mens niet. Mensen zijn
door God geliefd. Zijn liefde was de
bron van Zijn voornemen. Niet te be-
denken door mensen. Zoiets kan in
het mensenhart niet opkomen. Juist
in de Korintebrieven spreekt de apos-
tel uitvoerig over de liefde.
De liefde van God in het hart van de
gelovige verheugt zich met de waar-
heid. Dat blijkt onder meer uit liefde
voor Zijn woord.