Woord vandaag

‘Evangelie, ik krijg er nooit genoeg van.’

Het blijft geweldig goed nieuws. Voor
iedereen, en zo kun je naar anderen
kijken. God houdt van alle mensen.
Dat maakt Hij waar door Zijn eigen Zoon
niet te sparen. Hij werd gekruisigd door
zondaren.

‘God heeft dat niet bestraft.’

Als antwoord op de vijandschap van de
mens wekte God Zijn Zoon op uit de do-
den. Daarna spreidt Hij Zijn handen uit
naar de mens, verzoenend. Hij smeekt
de mens om die liefde te beantwoorden.
De mens hoeft slechts ‘dank U wel’ te
zeggen. En dat is door Vader bewerkt.

‘Geen eeuwig oordeel dus.’

De leer van eindeloze pijn in de poel van
vuur staat lijnrecht tegenover het goede
nieuws. Het is de onzin van de traditie
van mensen tegenover het woord van
God. In plaats van eeuwig oordeel vind
je in de Schrift de liefde van God die over
alles triomfeert. Dát zou van de kerkelij-
ke kansels gepredikt moeten worden.

Woord vandaag

‘God doet Zijn werk via Christus.’

Hij kwam als Mens, door Zijn dood en
opstanding konden de sluisdeuren voor
Gods
genade wijd open gezet worden. 
Geen houden meer aan: in de genadetijd
waar we nu in leven, stroomt Gods gena-
de
over.

‘Mooi beeld: water = genade.’

En het stroomt, het levende water van
Gods genade zoekt de laagste plaatsen.
Dat doet water in de natuur ook.
De diepst gevallen zondaar?
Daar 
stroomt Gods genade naartoe.

‘Dit spreekt van Gods liefde.’

De betreffende zondaar kan niets doen
om de redding te verdienen. Het is alles
al gedaan. Geen eigen werken, geen ei-
gen verdiensten. Het alles genade van
God
wat de klok slaat in deze tijd, en uit-

eindelijk is dat voor allen.

Woord vandaag

‘Dat plan van God is groots.’

Eén van de belangrijkste bedoeling-
en van dat plan is dat de schepselen
de heerlijkheid van God leren kennen.
De hoogste eer en glorie van God, on-
ze Vader, zien we in het evangelie.

‘Het evangelie dat Paulus bracht.’

Daarin komen de liefde en de genade
van God naar voren. En dat met een
diepte die nergens anders in de Schrift
terug te vinden is. Voor de volkeren
was er wel vergeving, barmhartigheid,
maar alleen door te naderen via Israël.

‘En Israël zelf dan?’

God was voor hen barmhartig en gena-
dig, maar op voorwaarde dat zij zich aan
allerlei voorschriften hielden. Tot aan
het kruis en de opstanding van Christus
was niets anders mogelijk. Doordat Hij
kwam en opgewekt werd uit de doden,
kon het koninkrijk gaan doorbreken, op
voorwaarde dat het volk zich bekeerde
tot IEUE, de God van Israël.

Woord vandaag

‘Zo’n woord uit Romeinen spreekt aan.’

Het is de Schrift zelf, die spreekt. Dat is
voor elke gelovige hét voedsel. Dat wekt
het nieuwe leven in ons op. Geest van
God = nieuw leven in de gelovige. Voe-
ding is nodig met de woorden van het
geloof en het uitstekende onderwijs.

‘De Heer zei het in Johannes.’

De woorden die Hij spreekt, toen en
later via Paulus, zijn geest en leven.
Dat woord draagt de geest van God
mee in ons hart. Daardoor wordt het
nieuwe leven in ons actief. Woorden
dragen altijd een bepaalde geest.

‘Daarom luister ik graag en veel.’

Het bemoedigt, bouwt op en daar-
door wordt een stukje gemeenteop-
bouw gerealiseerd. Eerst jezelf; daar-
door kun je ook anderen bemoedigen,
geestelijk opbouwen. De geest wordt
gebouwd, dat is effectief voor je ziel
en kan zelfs in je lichaam genezend
werken!

Woord vandaag

‘We mogen iets van Zijn plan kennen.’

God geeft in Zijn woord overzicht. Ver-
warring is er als Israël en de gemeente,
Zijn lichaam, in elkaar geschoven wor-
den. Twee lijnen die je niet zonder gevol-
gen door elkaar kan halen.

‘In Galatenstudie naar voren gekomen.’

Zeer uitvoerig. We hebben maar liefst
zeven studies aan Galaten 2:7-10 gewijd.
Omdat het een uiterst belangrijk gege-
ven in Zijn woord is. Dat heeft gevolgen
voor je persoonlijke geestelijke leven.
Dus voor je levenspraktijk als gelovige.

‘Genade zonder eigen werk.’

Wanneer we heel even Romeinen 11:6
naslaan op dat punt, is het duidelijk:

Indien het nu in genade is, is het niet
langer uit werken, anders is genade niet
langer genade;
indien het nu uit werken is, is het niet
langer genade, anders is het werk niet
langer werk

Hier valt op: vier keer niet langer.
Zo is voor ons helder waar genade en
werken stoppen. Zodra je aan de genade
ook maar iets van werken toevoegt, is
het geen genade meer.