Woord vandaag

‘Geen voorwaarden.’

Bij en in de genade van God kan
dat niet zo zijn. We lezen beken-
de gedeeltes die je vaak hoort.

want zo lief had God de wereld
dat Hij Zijn eniggeboren Zoon
gegeven heeft opdat ieder die
in Hem gelooft niet verloren
gaat maar eonisch leven heeft
                         Johannes 3:16

Dit is in het bijzonder in de ko-
mende eon van het koninkrijk 
op aarde van toepassing.

‘Het is Gods liefde.’

Ja, het toont het karakter van die
enorme liefde van God. Hij geeft
Zijn Zoon. Het karakter van de
God Die Nicodemus kende was
beperkt binnen Israëls grenzen.
Men zag Hem als Wetgever, ei-
send, en gaf alleen iets als loon.
Zijn liefde breekt er nu doorheen
en dit toont Hem als gulle Gever
en deelt eonisch leven toe aan
allen die geloven.

‘Dat is veel breder.’

Dit evangelie geldt in het bijzon-
der in de komende eon als Israël
zegen voor de volkeren brengt. Is
mooi, maar is wat niveau betreft
ver beneden wat nu aan evange-
lie geldt. Rechtvaardiging en ver-
zoening en overstromende gena-
de is (veel) meer dan eonisch le-
ven, dat aan gelovigen toekomt
in de komende eon.  

Woord vandaag

‘Kind van God worden.’

Ja, het kind van God worden, ge-
beurde niet direct. Terwijl Hij op
aarde, te midden van Zijn volk, in  
waarheid wandelde, namen en-
kelen Hem aan als Messias. Veel
volksgenoten echter niet. Zie:

..die niet uit bloed, niet uit de wil
van vlees en ook niet uit de wil
van een man, maar uit God ge-
boren zijn        Johannes 1:13

‘Zij worden wedergeboren.’

Een oude lezing die je bij kerkva-
ders aantreft, lijkt echter beter:

weDie niet uit bloed, niet uit de
wil van vlees, en ook niet uit de
wil van een man, maar uit God
geboren is

En dan gaat het niet om Israëlie-
ten die Hem aannamen, maar
om Hem Zelf! En past prachtig 
bij wat vers 14 zegt.

‘Ja, dat past er goed bij.’

het woord werd vlees en heeft
onder ons gewoond, en wij 
zagen Zijn heerlijkheid, een

heerlijkheid als van een enig-
geborene van de Vader, vol 
van genade en waarheid
                      Johannes 1:14

Leden van Zijn volk namen Hem
als Messias aan. Hij schenkt hen
volmacht kinderen van God te
worden. En dat maakt men tot
voorwaarde tot redding. Via dat
aannemen word je lid van het li-
lichaam van Christus, zegt men.
Toch is geen voorwaarde moge-
lijk, verzoening is een feit, het 
enige is: God danken voor gena-
de die Hij in Christus geeft. 

Woord vandaag

‘Moet je Jezus eerst aannemen?’

We denken wat verder na over
Johannes 1, waar Johannes iets
zegt over wat in Tenach (OT) be-
kend gemaakt was. Die startte
met het woord dat Jahweh sprak
en dat zorgde voor schepping en
licht en leven. Het woord was tot
de mens, vooral Israël, gekomen.

‘Later kwam Hij.’

De wet en de profeten gingen
tot op Johannes. Die was groter
dan de grootste profeet van Te-
nach. Hij zag Jezus en hoe Hij op-
trad te midden van Zijn volk. En
eerst stelt Johannes vast dat Hij
in de wereld kwam en die kende
Hem niet (1:10). Hij kwam tot de
Zijnen, en die aanvaardden Hem
niet (1:11). En dan de vaak geci-
teerde tekst.

‘Dat je Hem moet aannemen.’

We zitten in het tekstverband in
verband met acceptatie door het
volk Israël. Ze namen Hem niet
aan. Slechts enkelen zagen, bele-
den dat Hij de Messias is. Maar
zij ontvingen Zijn geest niet. Die
zou pas later komen. Vandaar:

Wie Hem echter aannamen, hun
heeft Hij volmacht gegeven om
kinderen van God te worden, aan
hen die in Zijn Naam geloven
                        Johannes 1:12

Dit werd van Israël gezegd. 

Woord vandaag

‘Verzoening van allen.’

De afgelopen keren hebben we
in Kolossenzen 1 gezien en vast
kunnen stellen, dat God het al
met Zich verzoent. Het al bevat,
gezien het tekstverband, heel de
schepping. Als eerste is gesteld,
dat God in, door en tot de Zoon
van Zijn liefde het al schiep. (Ko-
lossenzen 1:15,16). Dan volgt
Wie Hij is: het Hoofd.

‘En dan de verzoening.’

Dat blijkt om datzelfde het al te
gaan wat vers 15,16 noemt. Ook
de onzichtbare schepping (gees-
telijke machten en krachten) zijn
in die verzoening meebegrepen.
Dan blijkt dat door Hem, de Zoon
van Gods liefde bewerkt te zijn. 
Als men vanuit de christenheid
reageert, is het furieus. Men aar-
zelt niet onmiddellijk de vrije wil
op te voeren, volgens de traditie.

‘Je moet Hem wel aannemen.’

Men komt met Johannes 1:12.

wie Hem nu aangenomen heb-
ben, aan hen geeft Hij het recht
om kinderen van God te worden,
hen die in Zijn Naam  geloven

Dit haalt men aan in het kader
van de vrije wil. De mens zou een
eigen vrije wil hebben gekregen
(…) om Hem aan te nemen. Maar
wat zegt Johannes daar? Evange-
lie? Welk? Laten we morgen kij-
ken in welk verband Johannes dit
in 1:12 van zijn verslag schrijft.