12 februari 2018
‘We zijn gezegend.’
We hoeven geen zegen meer te verdie-
nen. Kunnen we niet, want we zijn al
gezegend met iedere geestelijke zegen
in Christus en te midden van de hemel-
sen. Dat geeft Paulus als inleidend 1:3
in Efeziërs. Zoals veel gelovigen helaas
niet beseffen; de zegeningen die wij ont-
vangen, zijn geestelijk.
‘Niet materieel?’
We hebben geen enkele garantie op
aards bezit of een materieel voorspoe-
dig leven. Dat hangt wel van God af, al-
leen hebben we geen zekerheid daar-
over. De rijkdom aan geestelijke zegen
is onmetelijk groot. We hebben onvol-
doende woorden om uit te drukken wat
dat inhoudt. Op voorhand zijn we dank-
baar voor wat Hij geeft.
‘Op aarde geen toekomst.’
De zegen die wij nu al genieten, is bo-
ven, te midden van de hemelsen. We
zijn uiterst begenadigd met zoveel ech-
te rijkdom. In Christus Jezus hebben we
een status en positie die ver boven al
het andere uit gaat. Daar zouden we
ook mee leven. Niet hechten aan deze
aarde, maar de blik gericht naar boven,
waar Hij is, Christus, de Zoon van God.