15 april 2018
‘Hij bouwt de gemeente.’
Het is inmiddels een groot huis, waar
we allerlei instrumenten zien. Sommi-
gen tot eer, anderen tot oneer. Eer-
der noemde Paulus de gemeente van
de levende God steunpilaar en basis
van de waarheid. Men liet al snel de
waarheid los, zoals blijkt uit Hyme-
neüs en Filetus, die afwijken en zeg-
den dat de opstanding al heeft plaats
gevonden.
‘Dan heb je geen toekomst.’
Dat kun je wel vergeten, bij de bazuin
van God is ook opstanding aan de or-
de. Die twee verlegden de waarheid
van de opstanding naar het verleden.
Wat voor deze tijd geldt zouden we la-
ten staan; wat voor verleden en toe-
komst geldt (evangelie van de besnij-
denis) laten we voor die tijd. Dat kan
nu in deze tijd niet gepredikt worden.
Nu zou het evangelie van de voorhuid,
het evangelie van de genade klinken.
‘Paulus navolgen.’
Hij zegt tegen Timotheüs, dat die hem
volgde in de onderwijzing, beweegre-
den, voornemen, geloof, geduld, lief-
de, volharding, vervolgingen, lijden.
Je ziet drie aspecten van de vrucht van
de geest: geloof, geduld, liefde. En nog
zes andere aspecten, totaal ook negen,
net als in de vrucht van de geest. Wan-
neer we de apostel navolgen zullen de-
ze dingen aanwezig zijn.