11 januari 2020
‘De Psalmen spreken van Hem.’
De eerste twee Psalmen hebben we
kort bekeken. Psalm 3 zegt:
Jahweh, hoe talrijk zijn mijn tegenstan-
ders; velen staan tegen mij op, velen
zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen
redding bij God Psalm 3:2,3
Deze woorden weerklinken veel later,
toen de Heer aan het kruis hing:
anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan
Hij niet verlossen…Hij heeft op God ver-
trouwd, laat Die Hem nu verlossen als
Hij Hem welgezind is
Mattheüs 27:42,43
‘Zo zie je Psalm 3 voor je.’
En ja, in vers 5 van deze Psalm lees je:
met luide stem riep ik tot Jahweh,
en Hij hoorde mij van Zijn heilige berg
Daarin hoor je hoe de Zoon riep vanaf
het kruis tot de Vader. En Vader hoor-
de Hem, ja verhoorde Hem. De Heer
riep dat Vader Hem verlossen zou. En
dat deed de Vader! Hij wekte Hem op
uit de dood, verloste Hem. Dat werd
duidelijk, toen Hij het graf verliet.
‘U zij de eer, opgestane Heer.’
Dat is het. De God en Vader van onze
Heer Jezus Christus komt alle eer toe.
Hij heeft Hem opgewekt uit de doden
en zo verlost. Dat is de hoop, verwach-
ting van heel de schepping. Alle men-
sen delen in dat heil, die redding. Om-
dat Vader eerst Zijn Zoon verloste uit
de dood. Het is de Zoon van Zijn liefde
en dat op zich is al zo geweldig. In die
liefde is het al geschapen.