Galaten studie 5 – 1:14-18

Op 5 maart 2013 werd Galaten 1:14-18 besproken.
Een bijzonder gedeelte waarin de apostel zijn re-
laas over zijn verleden voortzet. Daaruit blijkt, dat
hij zijn evangelie niet aan vlees en bloed voorlegde
en ook niet aan de twaalf apostelen in Jeruzalem.
God onthulde Zijn Zoon in Saulus-Paulus!
Luister naar deze studie: deel A en deel B

Woord vandaag

‘Wat een bijzonder uitzicht geeft Romeinen 8 toch!’

De heerlijkheid zal onherroepelijk komen, na een tijd
van lijden en verdrukkingen in ons aardse bestaan.
We leven in de verwachting van de heerlijkheid van God,
niets kan ons scheiden van de liefde van God in Christus
Jezus. Niets kan verhinderen, dat wij de heerlijkheid die
God beloofde, zullen ontvangen.

‘Maar waarom is dat zo zeker?’

Omdat het alles uit God is, omdat het Zijn genade is.
Hij heeft het beloofd en daarom zal het ook gebeuren.
Net zoals het zeker was, dat Abraham en Saraï Izaäk
zouden krijgen, de zoon van de belofte, zo zeker zullen
wij straks verheerlijkt bij Christus Jezus te midden
van de hemelingen zijn. Het is slechts een kwestie van
tijd. Wat een verwachting is dat!

‘Het blijft geweldig hoor, deze boodschap van genade!’

Niets anders kan zó bemoedigen, opbouwen, troost
geven dan dit woord van Zijn genade. God heeft alles ge-
daan en zal dat ook blijven doen. Rust in die zekerheid
van het geloof. Net zoals de Heer in alle innerlijke rust
van het geloof in de Vader die Hij diende, Zijn lijdensweg
ging. Wat Hem wachtte was heerlijkheid. Zo ook wij!

Woord vandaag

Het is wel indrukwekkend, als je het verslag leest wat
ze met de Heer hebben gedaan.’

Johannes vertelt als enige het onderzoek dat Pilatus heeft
gedaan naar wie Hij werkelijk is. Hij vroeg zich af wat veel
mensen zich misschien ook afvragen: ‘wat is waarheid?’
En dat terwijl de waarheid in persoon voor hem stond! Die
Heer zei van zichzelf dat Hij de weg, de waarheid en het le-
ven is, en Hij werd verworpen.

‘Velen kunnen die waarheid vandaag de dag niet zien. En
de waarheid roept automatisch weerstand op.’

De Heer bad zelf in Johannes 17:17 : ‘Uw woord is de waar-
heid’. Hij was en is het levende Woord van God. Dat is de
waarheid, daar zak je niet doorheen. God spreekt en het
is er. Zijn woord is tegelijkertijd ook daad! God spreekt
en het komt tot stand. Ook in ons persoonlijk leven doet
Hij het. Zijn woord is kracht in ons leven, vandaag!

‘En wat een uitzicht! Een toekomst met heerlijkheid die
veel groter is dan we kunnen beseffen!’

Het lijden van nu is voor ons mensen moeilijk en is soms
heel zwaar. Jaren van lichamelijk lijden kun je niet licht
over denken. Dat kunnen voor de betrokkene en de omge-
ving (familie, kennissen) zware jaren zijn. Wat is het dan
geweldig te beseffen, dat het niet eindeloos doorgaat, maar
leidt tot een heerlijkheid die veel groter is dan dat lijden!
Wat is God genadig en liefdevol dat Hij voor allen heerlijk-
heid beloofd heeft, de uitkomst van Zijn plan!

Woord vandaag

‘Het is een opmerkelijk inzicht wat God aan de apostel van de
natiën gaf.’

Ook Petrus gaf door heilige geest geïnspireerd te kennen op
pinksteren, dat de Heer Jezus ‘in de bepaalde raad en voor-
kennis van God overgegeven werd’, waarbij hij naar de Joden
wees als degenen, die feitelijk de dood van de Heer Jezus had-
den gewild en bewerkstelligd, hoewel zij niet letterlijk met
hun handen Hem hadden gekruisigd.

‘Waardoor duidelijk werd, dat zij vooral -met hulp van enke-
le heidenen- Hem doodden.’

Dat is het, en als zij geweten hadden van de verborgen wijsheid
van God en de heerlijkheid die Hij voor ogen heeft voor Zijn
Zoon, de gemeente het lichaam van Christus, voor heel Israël
en de volkeren, dan zouden zij de Heer van de heerlijkheid niet
gekruisigd hebben! En dan gaat het om een heerlijkheid, waar-
van de apostel in 1 Corinthiërs 2 schrijft, die in geen mensenhart
kon opkomen, al wat God bereid heeft voor hen die Hem liefheb-
ben.

‘Ja, machtig zeg. Wat kun je daar verwonderd over raken. Er staat
zelfs dat het een wijsheid van vóór de eonen is.’

Al met al kom je tot de slotsom, dat God het allang tevoren gepland
had. Ook dat men Zijn eigen Zoon zou kruisigen. Hij zou Hem weer
opwekken uit de dood. Met het open, lege graf hadden de horden van
de tegenwerker het nakijken en de overheden van de Joden en de Ro-
meinen in verlegenheid gebracht. Men heeft toen een (van de vele)
verzinsels als gerucht verspreid dat men Hem wel ergens verstopt
zal hebben. Nu is Hij wel verborgen, maar: in de hemel, en wacht tot
Hij kan afdalen om Zijn lichaam van de aarde weg te grissen!